Oube gebedekens
‘ONZE lieven Heere stond op den hoogen altaar,
Onze lieve Vrouwe kwam daar gegaan
en Hij zei: “Moeder, waarom krijscht gij en weent gij alzoo?”
“Waarom zou ik niet krijschen en niet weenen?
Ik zie het kruisken voor mij staan
waaraan gij aangehangen hebt.
Die dit gebedeken hoort en driemaal daags leest zal zijn vaders ziele en zijn moeders ziele in den hemel helpen en de zijne meêgaande, en die dat gebedeken hoort en niet en leest, God zal het hem verwijten in 't laatste oordeel.’
Gehoord te Brugge.
***
IN Biekorf, III, bl. 336, staat er:
‘Op 't kerkhof staat er 'n boomke, en boven dat boomke staat er e kroontje, en onder dat kroontje zit er een heilige man.
Heilige man, wat doet gij hier?
en, hadde God nog e woord gesproken
geheel d'helle ha' gebroken.’
Opgeteekend te Thielt.
Naar 't zeggen van den steller, die er meer over begeert, is het stukske onvolledig. Ik heb hier te Brugge iets meer of .... iets anders gehoord.
‘Op het kerkhof staat er een boomtje
daar onder zit een heilige man.
Heilige man, wat doet gij daar?
Ik zit hier gekoord en gebonden
voor ons Heeren bloedige wonden.’
L. Van Nieuwermeersch