hoe zoet en gemoedelijk die eenvoudige bewoordingen tot het herte spreken.
Die rijmgebeden zijn voor ons, Vlamingen, een ware rijkdom onzer taal.
Frankrijk mag ons dien rijkdom benijden, zegt de schrijver, u ‘Ge weet dat het gebedenboek, sinds de zedelooze Verlaine, in eenige vlagen van berouw, gebeden heeft gedicht, ons als eene Parijsche nieuwigheid wordt aangeprezen, en dat zelfs de Fransche grootspraak durft uitroepen dat niemand vóór Verlaine gebeden heeft kunnen dichten. Op dien Franschen bluf geven de Verstrooide perels een klinkend antwoord.’
Onze achtbare medewerker heeft 500 rijmgebedekens verzameld in getalmerkte en ongetalmerkte reeksen. De getalmerkte reeksen bevatten gedichtjes over den Onzen Vader, den Wees gegroet, het Geloof, de tien geboden, het Bitter Lijden, de Passie-uren en de Evangeliën. De ongetalmerkte sanctjes bestaan uit gedichten over het Lijden, over de Evangeliën en over eenige Heiligen.
Dank aan den moedigen verzamelaar die deze honderden gedichten van alle zijden heeft weten op te zanten, kregen we de gelegenheid om de oude Vlaamsche en echt christelijke dichtveerdigheid in eene van hare schoonste en gevoeligste uitingen te bewonderen.
Het weze ons toegelaten één van de schoonste perels, die Mr Janssens uit de vergetelheid gered heeft, den lezer voor oogen te stellen: 't is een rijmgebedeken tot den H. Augustinus.
O Augustine, glans der kerck
Door Min ontgeest, niet min in 't werck
O Salomon der nieuwe wet!
Die ketters ende valschaerds plet
O Son! voor wie al t' sterre licht
Van ander leeraers duyckt en swicht
Gods tongh en tolck der gheymenis
Hoe God Een en Dryvoudigh is
O baeck, die blaeckende in t' gemoet
Ons wyst het Een en Eeuwigh goedt
Maeckt dat ons hert in liefde gloy
En in dien brant ter doot toe groy.
VERTAALD uit een handmare van Leo den XIIIden aan zijn broer, toen Zijn Heiligheid nog pauslijke hofgezant was te Brussel:
‘Met het begin van deze maand heb ik een uitstapje gedaan naar Brugge, het oud verblijf van de graven van Vlaanderen. Ik heb mij heel tevreden bevonden over de eenige dagen aldaar doorgebracht. 't Is een land, dat mij door zijn geheugenissen en gedenkstukken in hooge mate aantrekt, maar nog veel meer vertroost door de sterkte en de standvastigheid van zijn volk in den katholieken godsdienst. Ik ben ook op het strand te Oostende geweest. Daar zag ik voor de eerste maal de wateren van de Zee. Aan de overzijde, zoo ge weet, ligt Engeland.....
Uit Brussel, den 31sten van Bloeimaand'44.
Thuisrichting: All' illustrissimo Carlo Pecci Segni, in Carpineto.