Klaagt er iemand over 't slecht gedrag van zijnen zoon, en is de ouder zelve grootendeels de schuld daarvan, men zal hem somtijds zeggen:
De boonen groeien naar de perse.
Vuile pot, vuile pollepel,
of misschien ook wel:
Niet zelden gebeurt het dat menschen, die in hunne jonkheid hen slecht gedregen hebben, op lateren leeftijd tot betere gevoelens komen. 't Volk heeft daar wederom het juiste woord voor:
Als de duivel oud is, wordt hij eremijt.
Men zal misschien vinden, dat deze die zoo hun genoegen schijnen te scheppen in het laken van een andermans gebreken en misslagen, toch hoegenaamd de heilige wet der naastenliefde niet en onderhouden.
Het volk denkt er anders over, want:
Daar zachte meesters zijn, daar blijft een vuile wond.
En wat meer is:
men mag de fouten wel, maar niet de menschen laken.
De Vlaming weet, dat er met de luiheid niets te verdienen valt, en dat men onophoudend en neerstig werken moet om iets te bekomen. Aan die algemeene, afgetrokkene waarheid zal hij leven en wezen geven; hij zal ze bezielen en zeggen:
Een vliegende kraaie vangt meer als een zittende, of: