ende militaire musike annonceerde de aenstaende herboring van den Edeldom tot den borgerstaet.
Deze wonderbaere zottigheid hadde naar zig getrokken eene ontelbare menigte van aenschouwers. Alle de Clubs-gezinde riepen gedurig: ça ira............
13n December. Het Magistraet wierd reeds door brief belast op 12 xbr. van morgen, onder het opzigt, der stadswerklieden te doen wêeren alle de beelden der souvereynen; waermede men het stadhuys sooveel eeuwen vercierd gezien hadde. Onder groot geknor en murmeratie wierden alle de beelden van den gevel van het stadhuys weggeruckt, en gesteld in het magezijn onder den H. Bloede; (Basilius Capelle) tot ter tijd dat den club hunne crimineele sententie zoude uitspreken. Dit baerde groote vreese voor de kostelijke tomben die tot O.L. Vr. in den choor stonden; doch het capitel der Canoningen heeft er in tijds op gepast; dezelve voorzichtig losdoende en hebbende dezelve versteken.
16 December. Het Magistraet wierd verandert in eene Municipaeleteyd. Eenen banck van 13 schepen, en eenen banck van gelijke Raeden en keus van eenen president; eenen vermaerden clubist (der geillumineerde) als president.
17 December. Wierd het Buffet (operste magistraet) gesuprimeert in de zitting van den club.
30 December. Den beul, reeds overeengekomen sedert dezen morgen in het hotel den Arend, met den borger schepen municipael xxx (om geene familiën te stooren) volgens het public gerucht voor 36 guldens; om de eerste criminele sententie uijt te werken, van de vrienden van eendraght, vrijheijd en gelijkheijd, welke waeren aanklaegers, rechters en uytwerkers in de zelve zaek.
Den beul dan met zijnen kneght wandelde op de Executieplaats; de hooge bevelen van den club en de veroordeelde afwagtende, de volontaires of brugsche sans-culotten, benevens de gesoldeerde (het garnisoen vertrokken zijnde) stonden in vierkantig kruys-gelet, rond den boom van vrijheydt, onder de waepenen tot voorkomen aller wanorders.