Biekorf. Jaargang 8
(1897)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 305]
| |
[Nummer 20] | |
Maren uit Congoland
| |
[pagina 306]
| |
plat op den grond nederleggen, en eenige teugen van dien tooverdrank drinken. 't Is dan dat de Singuru of Priester hen deze woorden toespreekt: ‘Nu maakt ge deel van 't Butwa-genootschap, voortaan zult gij aan zijne spelen deelachtig zijn, ge zult in zijne geheimen meer en meer onderricht worden, maar weest het wel indachtig, zoo ge ooit, al ware 't minste zijner geheimen aan iemand veropenbaart, zullen de schrikkelijkste pijnen en de dood uwe straffe zijn.’ Toen Lucas Kiburi wierd, hield de Singuru hem met deze korte woorden tevreden; over de ‘schrikkelijke pijnen,’ die den ontrouwen Kiburi moesten overkomen en wierd er niet meer gezeid; maar, zoo het schijnt, geduren die verwenschingen soms veel langer, volgens de welsprekendheid van den Singuru. Over daaromtrent vijf maanden, kwam er een onzer Negers bij mij, die rechts daags te vooren aan de plechtigheden van den Butwa-eed was tegenwoordig geweest, want, gelijk wij het gezien hebben, geschieden ze in 't openbaar. Ik vroeg hem wat er daar al ommeging. - ‘De Singuru,’ antwoordde hij, ‘heeft de Kiburi's wel eene halve ure lang verwenscht, in geval dat ze de geheimen van 't genootschap kenbaar mieken.’ ‘En waarin bestonden die verwenschingen?’ ‘Dat en zou ik niet meer kunnen herhalen, vele ervan hebbe ik vergeten, hoort wat ik ervan onthouden hebbe: De Singuru stond rechte en hij zei: ‘Is 't dat ge de geheimen van den Butwa veropenbaart, dat uwe voeten achterwaards ommekeeren, en dat uwe hielen van vooren staan!’ En de Kangala's en de Kiburi's, die daar al aanwezig waren, riepen met eener stemme: ‘Dat uwe hielen van vooren staan!’ ‘Verbreekt ge de geheimen,’ sprak de Singuru voort, ‘dat uw hoofd achterwaards overdraaie!’ ‘Dat uw hoofd achterwaards overdraaie,’ hernamen de Kangala's en de Kiburi's. | |
[pagina 307]
| |
‘Openbaart gij de geheimen, dat bij iederen stap dien gij doet, de beenen u in het lijf kraken!’ ‘De beenen u in het lijf kraken!’ ‘Zijt ge den Butwa ontrouw, dat uw vel, gelijk een zak, 't binnenste buiten keere!’ ‘Gelijk een zak, 't binnenste buiten keere!’ ‘Verbreekt ge uwen eed, dat de nachtuils u in den slaap overvallen, en u de oogen uit den kop pekken!’ ‘En u de oogen uit den kop pekken!’ ‘Verbreekt ge den trouw aan de Butwa, dat de liebaartGa naar voetnoot(1), 's nachts in uw huis inbreke, uwe beenen en uwe armen afscheure en ze in woestenisse ga verslinden!’ ‘En ze in de woestenisse ga verslinden!’ | |
[pagina 308]
| |
‘Wordt gij ontrouwig, dat de MbuluGa naar voetnoot(1) u binnen uwen slaap uwe neusgaten verstoppe en u versmachte! ‘De neusgaten verstoppe en u versmachte.’ ‘Wordt ge ontrouwig, dat de Hyena's uw verminkte lijk uit uwe woninge komen halen, het door het slijk sleuren, en de prooi betwistende, uwe overblijfselen in hunnen balg begraven!’ ‘Uwe overblijfselen in hunnen balg begraven!’ Zulkdanige en nog andere verwenschingen bedreigen dus den ontrouwen Kiburi! En de Negers, die in hun wangeloove, van de macht der tooveraars ten grondigste overtuigd zijn, en zouden voor geene rijkdommen der wereld hunne verbintenissen verbreken. Na die verwenschingen in 't stille aanhoord te hebben, staan de nieuwe Kiburi's op, of eerder, - want zij zijn door den tooverdrank zoodanig bedwelmd, dat ze noch beenen noch handen verroeren en kunnen, - worden zij door hunne medegezellen opgenomen, en, onder begeleiding van gezang, gedans en getrommel, plechtiglijk naar de Butwa-zale gedregen. Die Butwa-zale (Lutenge) is een langwerpig vierkant gebouw. In 't midden is er eene ruime plaatse geschikt voor de danspartijen, de toovertoeren en andere plechtigheden; daar rondom, tegen de vier muren zijn er talrijke kleene kamertjes, die tot rust- of slaapplaatse moeten dienen, want, gelijk wij zullen zien, slepen de vergaderingen soms verschillige dagen aan, zonder dat het aan de leden toegelaten zij naar huis weder te keeren. | |
[pagina 309]
| |
Voor de Butwa-zale ligt er een slag van voorhof, twee sprietstaken met eene touwe van gras vereenigd, zijn er geplant, en daartusschen, op eenen hoop eerde, staat er een pot, met wat tooverdrank erin. Van zoohaast de nieuwe Kiburi's in de Butwa-zale nedergeleid worden, zijn ze gansch van hunne dronkenschap genezen, 't zij dat die tooverdrank maar voor eenige stonden en bedwelmt, 't zij, gelijk anderen beweren, dat er eenige bovenmenschelijke kracht daaronder steekt. De avond en de gansche nacht wordt in drinken, dansen en gebras overgebracht, en de trommel en vindt geen ruste tot s'anderendaags 's morgens. 'k En zal de kieschheid der lezers niet kwetsen met de opnoeming van al die zedelooze en walgelijke gespelen en gebaren, daar niemand noch niets in geerbiedigd en wordt. ('t Vervolgt) Gustaf De Beerst |
|