Wanneer de Franschen in 1794, voor den tweeden keer in een jaar, Iper kwamen beschieten, stond ‘Lange Meester’ rechts op uit eene groote ziekte en was nog in het hospitaal. De vijand en spaarde het ziekenhuis niet en de bommen beschadigden het geweldig. Van den eersten dag lagen een knecht en twee zusters gekwetst, 's Anderendags stond kaneunik Ooghe aan den autaar, te wege misse te doen, wanneer eene springbomme dwers door het steenen gewelf in de kerke viel en op den vloer openborst. De priester kon den autaar verlaten, maar zuster Anna bleef er, met eene wonde aan hare hand, en zuster Ursula met twee gaten in haar hoofd, waaruit het bloed stroomde. Zuster Elisabeth vluchtte van schrik op den autaar en zocht eene schuilplaatse onder het kruis, dat wel dertien trappen hooge stond. Al hare kleederen wierden van haar lichaam gerukt en zoodanig gemalen, dat zij niets meer aan en had dat nog de grootte van een vinger was. Anderszins en had zij geen leed; ook aanzag men die gebeurtenisse als een waar teeken van Gods almachtige bescherminge.
In de ziekenzale en ging het niet beter. Zuster Katharina wierd door den slag van eene bomme onder een bedde geworpen; en de geneesheer, die zijne ronde deed, wanneer hij het daar zoo wreed zag gaan, dacht dat hij niets beter en kon doen, als weg te vluchten.
‘Lange Meester,’ die het vier van bij gezien had, en verschoot in geen kleen geruchte en bood iedereen zijne diensten aan. Maar den heelmeester, die op dit oogenblik daar zoo noodig was, en vond men nievers. ‘Ik zal hem halen, waar hij is,’ zei Meester, en hij liep er om, naar zijn huis. De geneesheer hield staan dat het niet noodig en was nog naar het hospitaal te gaan, want er daar geen levende ziel meer te vinden en was. ‘Het doet,’ zei ‘Lange Meester,’ zij leven nog al en wij zullen eenen keer zien of ik u niet en zal mêe krijgen. Dit zeggende nam hij den wondmeester bij lijf en ziele en loed hij hem op zijne rugge. Tieren zoo luide hij kon, werken met zijne handen, spertelen met zijne voeten, dat en kon al niet helpen. ‘Daar,’ zei Meester, wanneer zij in het ziekenhuis kwamen, ‘doet nu uw werk.’