Biekorf. Jaargang 7
(1896)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
zameling mortiers, waarvan hier eenige opschriften volgen: Heer Nicolaus Berdelvick ynt jaer MVc XXI. Uit honderden latijnsche, duitsche, dietsche klokopschriften, kieze ik de volgende:
Help got uet aller noet
gheve siner sele raet
de mi so wel gheghoten haet
Ghert klinghe is he ghenant.
Te Wieboldsbur. De klokke is van 1427. Maria is myn naem myn gheluit ci gode bequaem. Neuendorf, bij Duderstadt, 1445.
Men sal mi alle vridaghe luden
dat sal uns de passie beduden
dat christus leed op den vridach den doet
des help ons got uet aller noet.
Uttum, 1462 (Ghert klinghe.)
Amor is mynen naem
myn geluyd sye god bequaem
al soe ver men my sal horen luden
so wil god alle dyngen behueden.
Bilsen, 1535. (J. Waghemans.)
Sancte cyriacus unse heilige patron
bidde voer uns jhesum in des himmels troen.
Salzbergen, 1538.
Roland bin ich genant
wen ich klippe so is brand
als ich lude oorlog in flanderland.
Gent, 1540. Aldus geeft Heer Boeckeler het gentsch opschrift op. | |
[pagina 71]
| |
In een volgend hoofdstuk handelt Heer Boeckeler van de Glockensagen. Waarschijnelijk bestaan er ook zulke sagen in Vlanderen. Vele van die sagen of zeisen handelen over de ‘Heimathsliebe’ de thuisliefde der klokken. Van de kerke, voor dewelke zij gegoten waren, en willen zij niet weg. Vele peerden en kunnen ze niet wegvoeren; of, worden de klokken met vele moeite eindelinge weggevoerd, dan zinken ze almeteens in eenen put, of eene brugge, daar zij over gevoerd worden, scheurt en laat ze in den vloed ploffen. Lukt 't dat zij zonder hinder naar eene andere plaatse gebracht worden, dan verliezen zij hunne stemme of bersten... van louter verdriet. Andere sagen handelen van den duivel, die de grootste vijand der klokken is. Satan heeft macht over de klokken zoolang zij niet gedoopt en zijn. De dwergen of kabouters verdwijnen van al de plaatsen daar zij klokken hooren luiden. Nog wordt er verteld van klokken die van 's zelfs luidden. De keizerklokke van Speier begon te luiden, als keizer Hendrik IV in 't verre land van Luik het leven verloos. Te Avignoen, in Vrankrijk, zoo lang de pausen daar verbleven, hoorde men eene klokke van 's zelfs klippen als er een paus op sterven lag. Enzoovoorts. De sage van den leerling die moet acht nemen op de ziedende klokkenspijze, terwijl de meester afwezig is, en die, niettegenstaande 's meesters verbod, tot het gieten van eene zeer wel gegotene klokke overgaat, en door den meester vermoord wordt, is ook in vele oorden gekend. In Holsteen gebeurde dat onder andere ook, en, van den eersten keer dat de klokte lood, klonk het aanhoudend van:
Schade, schade
Dat de junge dot is!
He ligt begraven
Unnern swinskaven,
Schade, schade
Dat de junge dot is.
| |
[pagina 72]
| |
En de meester moest zijn schelmstuk boeten. In Rijnland, is het bij de kinderen ook bekend dat de klokken op witten donderdag naar Roomen vliegen en door den Paus met ‘Weck und Milch’ gespijsd worden. Maar zij maken daarvan zulk een gedruisch, dat ze de Paus naar huis terugzendt. De Marienklokke te Aken neemt geerne op heure reize een stuksken doek mede. De kinders werpen, op witten donderdag stukskens in de lucht van zulk tuig of doek daar zij een kleed van begeeren. Vliegt het stuksken zoo hooge dat het onzichtbaar wordt, dan bringt de klokke op Paaschdag het kleed mede. En andere en andere sagen, te lang om hier te melden.
***
Dr. Boeckeler geeft, om te eindigen, eene lijste van al de bijzonderste klokken der wereld. De zwaarste zijn te Moskow: De Tsar kolokol weegt 190,000 kilo; de Trotzkoi 164,000; de Bolshoi 70,000 en deze van Sint Ivanskerke 56,000. 't En hangen niet min als 1700 klokken in die stad! Peking heeft eene klokke van 53,000 kilo en de Kaiser-glocke van Keulen weegt er 26,200. Daar zijn er nog al, hier en daar, van 10 tot 15 duist. De groote klokke van Brugge, zegt hij, dagteekent van 1680 en weegt 10,000 kilo; deze van Antwerpen 6,900; van Brussel 6,800; van Gent, 5,300. |
|