't En ligt geen brugge tusschen Westen en Visi.
Wat meer is, die Goten worden bij sommige schrijvers als enkele Visi aangetroffen.
Visi is dus een zelfstandige naam, die ook zonder samenstelling kan bestaan, die met den Westen niets te doen en heeft en dien niemand als Westlanders en zal overzetten.
Claudius Claudianus, die omtrent het jaar 400 leefde, schrijft in zijn gedicht de consulatu Stilichonis:
......Quis enim Visos...... feroces Reppulit?
Wie heeft de krijgszuchtige Visi doen wijken?
Andere schrijvers en dichters bezigen den naam in den zelfsten zin.
Wat zijn die Vici, Wisi? Van waar komt die name?
't Is de zelfste stam, dien ge als naamdeel in de oudgermaansche voornamen Wisigard en Wisurich tegenkomt. 't Woord wordt ook gevonden in 't Keltisch en in andere talen, bij voorb: 't oudindisch vasu, en 't heeft overal de bediedenis van goed.
't Volk heeft hier dus eene rolle in 't uitleggen en 't afleiden gespeeld; 't en heeft van ouds de naamreden van die Goten niet meer begrepen en ze ons als Westgoten overgeleverd, eenen name, dien men krachtens de laatste navorschingen der wetenschap niet meer en mag aanveerden.
J. Seghers