Biekorf. Jaargang 5
(1894)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
[Nummer 3] | |
Over de CholeraHOE ontgaan wij de cholera en wat moet iemand doen die de kwale vast heeft? De lezers die mijn opstel met aandachtigheid vervolgd hebben zijn zeker al lange geware geweest dat wij tweederlei middels in de hand hebben om de cholera te vermijden. Met de eerste middels pogen wij, zoovele mogelijk, den leveling van de cholera zoo verre als 't zijn kan van ons af te houden, of hem te verdelgen; door de andere sterken wij ons eigen lichaam en maken het krachtig genoeg om den altijd grijpveerdigen vijand het hoofd te bieden, om de choleralevelingen, bij hunnen eersten aanval, achteruit te drijven en kampensmoe te maken. Het eerste slag van middels en kan niet altijd en niet in alle omstandigheden door Jan en Alleman toegepast zijn; alzoo zijn wij, elk op ons eigen, buiten stand met eenig nut de choleralevelingen te bevechten, die door de scheepvaart, den ijzerweg enz. enz. in het land dringen en de ziekte wijds en zijds verspreiden. | |
[pagina 34]
| |
In dat geval moet liet Landsbostier de noodige middels inspannen, en zorge dragen dat de ziekte niet ingevoerd en worde; de schepen, het scheepvolk, de scheeplast, de spoorwagens, de reizigers en het reisgoed moeten onderzocht en gekeurd zijn; de gebouwen en de waren moeten desnoods ontsmet worden; de zieken zal men afzonderen en achter hunne ziekte, behoorlijk gezuiverd, op hunne vrije voeten laten gaan. De stads- en gemeentebestieren hebben ook groote plichten in den strijd tegen de gevaarlijke levelingen. Op hen berust de zorge voor het openbaar welzijn hunner onderhoorigen; en, wat de gezondheid betreft, kunnen zij veel goed stichten of veel kwaad doen, naar dat zij de gemeente vrij houden of laten vervuilen. En daarom is het noodig dat zij den grond en den ondergrond zoo weinig mogelijk laten ontreinigen; de vuilnissen en andere bederfverwekkende stoffen moeten regelmatig weggeschaft en door onderaardsche, waterdichte buizen afgeleid worden. De mesch-, vuilnis-, aleen beerputten en mogen geen gelegentheid tot bederf geven en moeten op tijds geijdeld, verdicht en ontsmet worden. Zij moeten vooruit en vooral al doen dat menschelijk mogelijk is, om onbesmet drinkwater aan iedereen te leveren. De kosten van zulke verbeteringen loopen somtijds wat hooge, dat is waar; maar worden zij niet ruime vergoed door het verbeteren van den algemeenen gezondheidstoestand, door het voorkomen van schrikkelijke kwalen, zooals typhus, cholera enz.? Op de buitendorpen laat de reinigheid ondertusschen nog al vele te wenschen, maar het water is er doorgaans merkelijk beter als in stad. 't Gaat er dikwijls nog al erg in vele steden, en 't is waarlijks doodnoodig dat er met handen en met voeten gewrocht worde om dien ongelukkigen watertoestand te veranderen. Te Kortrijk namentlijk heeft men, over eenige jaren, een slag van onderzoek gedaan naar den aard van het | |
[pagina 35]
| |
drinkwater; honderd en dertig stalen water, die van alle kanten van stad kwamen, wierden ontleed, en daaronder en waren er maar vijftien goed, en honderd deurslecht bevonden. Hebt gij schooner betoog noodig? Herinnert u ook wat gij aangaande Hamburg en Altona vernomen hebt. Iedereen zal, in allen gevalle, wel doen van meest op zijn eigen te rekenen. En het eerste dat elk moet doen, 't is maken dat hij geene choleralevelingen in zijn lijf en brenge; dat is, met eenige oplettendheid, geloove ik, veel gemakkelijker als het meestendeels gepeisd wordt. Neemt dat de cholera in het land gebroken zij; 't is te vreezen dat er, eens of anders, en somtijds geheel onverwachts, iemand de kwale zal vatten. Wij weten ook dat het water de groote verspreider is van de cholera; en water en kunnen wij, in de meeste gevallen, noch missen noch door iets anders vervangen; wij moeten dus, door den nood gedwongen, water bezigen tot den drank en tot allerhande huizelijke gebruiken. Wij zouden ons uit den slag trekken, konden wij eenen middel uitzoeken om dat water onschadelijk te maken, om de kwade levelingen die er zouden in nestelen te vernietigen. Dien middel hebben wij gelukkiglijk in de hand en hij en vereischt niet veel moeite. Kookt het water, dat gij van doen hebt, in eenen toegedekten ketel, tien minuten lang, en gij moogt zeker zijn dat het geen cholera meer en zal veroorzaken. Dat gekookt water moogt gij gerust als drank gebruiken; maar gij moet dat water, en geen ongekookt, bezigen, om vaten en kuipen, en ander allaam, waarmede gij eetof drinkwaren verhandelt, te spoelen, te kuischen en te reinigen. De melk die gij van buiten 't huis haalt zult gij eveneens koken, om alle schadelijke levelingen, die ze kan bevatten, te verdelgen. Wij weten dat het fruit en de groensels van te lande ook - alhoewel in veel mindere mate - de cholera kunnen verwekken. Nog eens dus zult gij bier de levelingen van kante maken; het groensel moet zorgvuldig | |
[pagina 36]
| |
gekookt worden eer het ter tafel gebracht is; het fruit zal men wasschen en schellen, eer men het eet. Houdt gij alzoo belevelingde eet- en drinkware uit uw lichaam, gij en behoort niet te vreezen; het ware ten hoogsten nog mogelijk dat gij met uwe bevlekte handen, namentlijk na het aanraken van bevlekte dingen, de levelingen in uwe mage brengt. Het zou immers kunnen gebeuren dat gij ongekookt cholerawater verbezigd hebt en dat gij korten tijd nadien uwe schijnzuivere handen aan uwen mond brengt, met eten of drinken: het is mogelijk dat gij op die wijze levelingen in uwe voedgewanden doet komen. Het is bijgevolge zeer geraadzaam, bijzonderlijk voor het eten, zijne handen met gekookt water en zeepe af te wasschen. Het is zeker bijna noodeloos van hier bij te voegen dat zulks nog veel meer geldt voor al degenen die met cholerazieken, cholerakleeren, cholerauitwerpsels, met ruimvocht uit cholerahuizen in aanrakinge komen. Eene groote zekerheid ware het voor hen ware 't zake dat zij van bovenkleed veranderden eer zij hunne maaltijd nemen. Het bevuild goed van choleralijders, hunne kamers, bedden, vloeren, muren, ruimputten enz., enz., moeten allerzorgvuldigst in acht genomen worden, en deur end deur ontsmet, eer dat men ze van her laat gebruiken. De middels die tegenwoordig meest gebezigd worden ter ontsmettinge, en die wij als zeker kunnen aanprijzen, zijn het vier, het kalkwitsel of kaleisel, het pheniekzuur en het dobbel chloorkwik of sublimaat. De alderbeste en alderzekerste ontsmettingsmiddel, waar hij mag toegepast worden, is het vier: vier zuivert en ontsmet alles. Verbrandt dus al dat niet meer en kan dienen of dat 't bewaren niet weerd en is. De lakens, het lijnwaad, de kleederen, is 't dat ze't vermeugen, en kunt gij met niets beter zuiveren als met ze een paar uren lang in looge te doen koken. In sommige steden van ons land wordt die ontsmettinge van ambtswegen uitgevoerd; de zaken die door den waterdamp niet beschadigd en worden, namentlijk de bedden, | |
[pagina 37]
| |
bolsters, matrassen, hoofdpeluwen; de meubels en 't ander outzuiverd huisgerief worden zorgvuldig vergaard, in groote ovens geschoven en daarin door heeten waterdoom ontsmet. Het is jammer dat de kosten en het achtergeloop die zulke inrichtingen meêslepen zoo groot zijn, want 't ware te wenschen dat iedere gemeente zulk zuiveringsallaam en gereedschap kon bezitten. Het kalkwitselGa naar voetnoot(1) is onder de ontsmettingstoffen de goedkoopste, de gebruikelijkste, de onschadelijkste; het is lange dat het volk dien ontsmettingmiddel kent en gebruikt tegen betrapelijke ziekten; welke landmensch immers en kent er de kracht van het kaleien niet om huis en stallingen van betrapelijke stoffen te zuiveren! Met dat kalkwitsel zullen de uitwerpsels en de ruimputten ontsmet worden; men zal er de muren, de steenen en de planken vloeren meê kaleien of wrijven. Met het sublimaat, 1 op 1000 deelkes water, en het pheniekzuur, 25 op 1000 deelkes zeepwater, zal de zate van het gemak regelmatig afgeschuurd worden; gij zult er ook de gepapierde muren, de vloeren, de kleederen, den huisraad meê schouden, wrijven en zuiveren. De kamers, de beddinge en het huisallaam of huisgerief moeten achterna zoovele mogelijk te droogen gezet en verzund zijn, de choleralevelingen verkwijnen immers bij droogte, en ze worden doodgestraald van de zonne. Hier hebbe ik de bezonderste middels voor oogen geleid die wij in de hand hebben om de verspreidinge der cholera tegen te houden; die middels zijn er doodnoodig en wij en kunnen ze niet te zorgvuldig toepassen en doen uitvoeren. 't Ware nochtans voor elkendeen veel voordeeliger en veel geraadzamer, kosten wij ons lichaam tegen den aanval der choleralevingen versterken | |
[pagina 38]
| |
en beschutten. In hoevele omstandigheden en kunnen wij trouwens niet onverwist en verraads van de kwale gevat worden; de choleralevelingen geraken ondertusschen in ons lijf als wij zonder het minste achterdenken liggen. Is het dan niet redelijk ons lichaam altijd krachtig en gezond te bewaren, en ons alzoo altijd gereed en te were te houden tegen den vijand, die ons meugelijks kan en zal aanvallen? En daarom en mogen wij ons lichaam noch ten deele noch ten geheele laten verzwakken, uitputten en uitmergelen. Wij verzwakken een gewichtig deel van ons lijf, bijvoorbeeld, als wij onze mage ontstellen door overate en door overdrank, door te zwaar en te wreed eten, door ongepaste en moeielijk verteerbare eetwaren of gerechten. Wij zullen ons bijgevolge zwichten van alle overdaad; de spijzen die wij niet wel en vermogen zullen wij laten varen; weet gij door ondervindinge dat groensel, fruit, azijn enz. enz. uwe mage ontstellen, en u buikloop veroorzaken, gij moet ze verwijzen; zonder dat neemt de loerende vijand zijnen slag waar, geraakt in uwe mage en in uwe voedgewanden, en hij overweldigt uw lichaam. En vermindert uwe levenskrachten, noch in choleratijden noch in andere, door alcohol of drank die met alcohol gemaakt is, hij moge wijn of bier of korte drank heeten; menige bier-, wijn- en dreupeldrinker heeft zijne liefhebberije met zijn leven geboet; de laatste cholerakwale heeft dat nog eens doorslaande bewezen. Het is gekend dat de vuile en slordige menschen, die in kwalijk verlichte, weinig verluchte en vuil blijvende woningen leven, veel eer van de cholera gevat worden als de reine en beter zorgende lieden. 't Zal zeker nutteloos zijn hier nog langer bij te blijven haperen: de gezondheidbewarende en de versterkende hoedanigheden van licht, lucht en reinigheid zijn van eenieder gekend en geweerdeerd; de lucht zuivert en krachtigt het bloed, dat 't loopend levenszap van 't lijf is; het licht wekt de zenuwen op en geeft aan het lichaam grooteren levenskracht en sterkeren weêrstand; de reinigheid behoudt ons tegen vele rampzalige ziekten en ongemakken. Verlucht en verlicht dus wel uwe huizen; verlucht ze | |
[pagina 39]
| |
bij dage en ook bij nachte; kiest voor u en voor uwe huisgenoten de gezondste, luchtigste en zonnigste woonkamers; houdt uwe huizen rein en medeen ook uw lichaam. En hier en kunt gij het water, dien grooten euveldader en ziekmaker, maar tevens dien wonderbaren weldoener en gezondheidbrenger, niet missen. Het uitwendig gebruik van koud water reinigt de gansche oppervlakte van het lichaam, en 't geeft lucht aan de zweetklieren en aan de zeevermondekens van het vel; het verkloekt en 't versterkt de zenuwen en het bloedwezen; verders, bij middel van het bloed en van de zenuwen, geeft het nieuwe en ongewone kracht aan de levende zelle en aan de leef- en de zintuigen des lichaams. De voedgewanden kunnen beter hun teerwerk verrichten; het herte wordt gespierder en machtiger, en de bloedomloop regelmatiger; de longeren asemen volstandiger; de nieren werken en ontlasten gemakkelijk het lichaam; de lever overwint en vernielt zonder moeite het opgehoopte en altijd herwordende lijfreeuwsel, dat onze gezondheid anderszins zou kunnen te gronde helpen. En denkt niet dat die watertoepassingen veel spel opleveren of moeite kosten. Wat is er eenvoudiger als, eens 's daags, eenen handdoek in koud water dopen en daarmeê het gansche lijf overwasschen; wat belet er u van ondertusschen, al en ware 't maar eens ter weke, een koel bad te nemen? Dat en vraagt al te zamen maar weinig tijd; 't en is in 't geheele niet lastig en 't kan u zulk een deugd doen. Het verstandig gebruik van zuiver en gezond water is trouwens een ongeloovelijk krachtig verweer tegen alle slag van besmettelijke en andere ziekten, en namentlijk ook tegen de cholera. Als wij nu alles wel inzien, en ga slaan over welke middels wij tegen cholera beschikken, zouden wij waarlijk niet moeten beginnen gelooven dat het alzoo moeielijk niet en is, dien gevaarlijken geesel te ontgaan? Kijkt rondom u en beschaft de geneesheeren, die somtijds weken en weken in gestadig verkeer met cholerazieken geleefd hebben, en zegt mij of gij er vele weet die de kwale gekregen hebben en ervan gestorven zijn. | |
[pagina 40]
| |
Het laatste stuk van dezen opstel, en de antwoorde op de vrage: wat moet iemand doen die de cholera betrapt heeft? zal geheel kort zijn. Al dat ik u daarover met eenig nut te berichten hebbe kan in weinige woorden gezeid zijn. Gij en moogt in choleratijden, kleene voorteekens zelfs, zooals begin van buikloop, krampe, met algemeen on welzijn, niet onverlet laten; 't is beter te vroeg als te late gezorgd. Het beste dat gij, bij 't eerste naderen van de kwale, kunt doen, is, zonder den minsten uitstel, uwe slaapkamer betrekken en, bedlegerig zijnde, een man van 't vak laten vragen, op dat hij u dadelijk daar zou gelieven te bezoeken en te helpen. Hebt gij waarlijk de cholera, zijne zorgen zullen u wel te passen komen en u misschien al spoedig, geve 't God, uit eenen gevaarlijken toestand redden. Is 't gene u overkwam maar eene lichte ongesteldheid, zooveel te beter voor u en zooveel te gemakkelijker voor den geneesheer: hij zal u gerust stellen en weêr op goeden voet brengen. God spare ondertusschen al de eerzame lezers en de lezeressen, die deze mijne verhandelinge over de cholera in Biekorf verstaan hebben, van ooit met den vreezelijken vijand nader kennisse te maken; veel meer nog, van ooit onder zijne ijskoude grepe te vallen en te bezwijken. Dr Alfons Depla |
|