Wij bezochten hem dezen zomer, en aanstonds waren wij overtuigd van de rustelooze werkzaamheid van den vruchtbaren schilder.
De lente- en zomerglans schitterde nu op zijne schilderijen.
Ter aanstaande driejaarlijksche toogfeeste van Brussel, zult ge een prachtig stuk kunnen bewonderen: 't is een bootje op de Leie, die ten boorde vol staat; twee mannen werken aan kariën, om palingen te vangen; de stralen eener milde Februarizon schijnen door de naakte takken van vier wilgen, die zelfste wilgen die langst de Leie staan, niet verre van 't huis van Claus, die zelfste wilgen, wier hoofdsieraad hij nooit en laat afkappen. Een eenvoudig hoekske, niet waar? Maar zijt zeker dat ge deze schilderij tusschen alle andere zult zien uitsteken.
Uren lang zoudt ge mijmeren op een smal meerschelken, tusschen een koornstuk en een aardappelveld. Tenden, zwarte boomen. In den doomenden, geheemnisvollen zomermorgen, eene deerne die eene koe vasthoudt...
En de casteeldreve van Leerne?
Ziet ge de zonnestralen door de takken kletteren en den overschaduwden weg met trillende, huppelende lichtpeerlen bestrooien? En die koeien daar, die naar de weide gaan, hoe natuurlijk, hoe dom-gemoedelijk kijkend en stappen ze niet in de dreve, met heur diep, geheemenisvol verschiet?
Na het Lof, den dag der eerste heilige Nuttinge te Machelen, 't huis van Claus, gezien van op de Leie, de bloeiende boomen van zijnen hof, in lente- en zomerzonneglans gebaad, vertoonen den zelfsten rijkdom van kleuren, het zelfste glimmend spel van licht en lucht.
***
In de werkplaats van Claus prijkt nu zijn veel besproken Beetenoest in Vlanderen.
't Was den eersten keer dat wij de voldoening hadden, dit heerlijk stuk te bewonderen en te genieten.
Verleden jaar was het te zien in de toogfeeste van