verloren en men zei kortweg: ik ga na Warcoingen, in 't waalsch, naar Warcuin, Warcoing, langs de Schelde, naar Warcoende.
Warquignies, de naam van een ander dorp in Henegouwen is dezelfde naam, al is hij onder eene andere gedaante tot ons gekomen.
Men vindt de beenderen en de oude wapens der Franken in de vermaarde frankische begraafplaatsen van Henegouwen en Namen, maar men vindt ook hunne namen bewaard in de germaansche benamingen van eenige dorpen in Henegouwen; en, lijk b.v. Heppignies niets anders en is als Heppingen, zoo is Warquignies zoo veel te zeggen Warcuingen.
***
De oudgermaansche mansname War is tevens een naamstam van Warbodo, Warmund, Warbrecht en van den geslachtsnaam Warcar, bestaande uit twee oorbeeldige voornamen War en Car.
Dat die naam vroeger in voege was, toogen benevens Werquin, Warcoing en Warquignies, de plaatsnamen Wareghem, Waringahem in Westvlaanderen, de dorpsnaam Waringhezele in Fransch-Vlaanderen, Wargny (Warignies, Waringen), geslachtsnaam te Rijsel.
***
De uitgang co van Warco is een achtervoegsel dat de taalgeleerden in 't lange en 't breed bekend maken.
In de Indogermaansche grondtaal wordt hij door -qo -qa verbeeld; hij dient om verkleenwoorden te schepselen en komt zeer dikwijls in eigennamen te voorschijn.
Ge vindt hem in ontelbare sanskrietsche woorden, lijk asvakas, peerdeken; in menigvuldige latijnsche woorden, met en ander achtervoegsel lo verbonden: homunculus, corpusculum, in de gallische eigennamen Devico, Seneca.
In 't Oudnederfrankisch was de uitgang co in eigennamen uit der maten gemeen. Zoo vinden wij: Williko, Tiediko Hûniko, Eppiko, Abbiko, Lieviko en vele anderen.