wederom eenen nieuwen moed tot Belle. Men bouwde vele huizen, de lakenweverije en de neringe herbloeide.
De derde brand wierd gesteken door de fransche troepen, die, onder Louis XI, naar Vlanderen kwamen en Belle brandden; zij leidden 500 burgers gevangen met hen naar Vrankrijk.
De vierde brand is ten jare 1502 geschied, bij ongelukke, alswanneer dat er 500 huizen door de vlammen in asschen geleid wierden. Maar korts daarna wierden de huizen herbouwd en de lakenweverije en de neringe bloeiden wederom.
De vijfde brand wierd veroorzaakt door 't volk van den marquis Roubays, ten tijde der nederlandsche beroerten in 1582, wanneer ook de proostdije van Sint Antheunis afgebrand en geplunderd wierd, en de moniken op de vlucht gedreven.
Belle was schier geheel afgebrand, en door de moedwilligheid der soldaten moesten de boeren ook vluchten en alles verlaten; de akkers bleven onbezaaid, waardoor dat er een zeer diere tijd gekomen is.
Alsdan wierd Alexander Florachius van den koning van Spanjen gezonden om de moedwilligheid der ketters in Vlanderen te stutten.
Ten jare 1584 wierd de terwe verkocht 104 ponden parisis de rasiere, dat is 65 fransche livres. Daar stierven er velen van honger, en velen vertrokken van Belle naar Engelland, om den hongersnood te vluchten, en z'hebben aldaar de lakenweverije ingevoerd. Het lakenweven ging te niete tot Belle, daarom hebben de Bellenaars de garentwijnderije opgerecht, waardoor zij als een nieuw leven schepten, want in dien tijd begon de neringe wel te gaan.
Maar daar kwam tot Belle eene groote sterfte, zoo door de peste als door den rooden loop; want, bij gebrek van goed brood, moesten de menschen brood eten van boonen en erreweten, alsook van revelare, die van over zee kwam en die niet alleenlijk en rook, maar zelfs half rot was. De arme menschen moesten wel drie jaar lang van dien stinkenden revelare eten, zoodat er tot Belle en onder 't ambacht van Belle gestorven zijn, van de peste en den rooden loop,