Lucasschole, te weten de wapens der aloude heerlijkheid van Coyghem: zilveren grond met vier roode kepers, en den wapenkreet: Courtray, Courtray! De overleveringe meldt dat de heeren van Coyghem, die met de kruisvaarders naar 't Heilig Land getogen zijn, afstammen van de heeren van Kortrijk.
't Gene onze aandacht treft op het prachtig stuk dat voortaan ook met de pastorije van Coyghem zal medegaan, 't is de dorpsname die hier onder de volgende oude gedaante te voorschijn komt: Cuenghien.
***
Wat is Cuenghien?
Cuenghien is eene verwalschte gedaante van eenen oudgermaanschen name, dien wij op zijn geheel en op zijn frankisch behooren te spellen en te stellen als volgt: Cuinghem.
Daar worden nu nog menschen gevonden die aan den uitleg der namen geen geloove en hechten, bewerende dat men alleenlijk op bloote, willekeurige gissingen gesteund gaat.
Waar heeft de schilder den name Cuenghien gehaald?
Uit de oorkonden.
Waarom vertalen wij Cuenghien door Cuinghem?
Wij bewaren Cu (uitsprekens Koa-), en niemand en kan daar tegen iets opwerpen. Dat het walsche -hien hem, heem, heim vertoont, maken wij hieruit goed dat hem heden nog in den dorpsname is overgebleven. Dat -eng den germaanschen uitgang -ing verbeeldt, die afstamming te kennen geeft, is zichtbaar: die uitgang is hier trouwens bijkans geheel en gehaaf blijven bestaan: voor vele namen kunnen wij ing in g alleen vinden, omdat wij nevens den hedendaagsche name met g alleen, den ouden name uit de oorkonden met ing kunnen zetten.
Die eenige diplomata van de middeleeuwen gelezen heeft en zal daar geenen stond aan twijfelen.
***
Hoe moeten wij nu Cuinghem ontstukken?
Hem is woonplaats: 't is al en te wel bekend.