Dat is, ten leegsten genomen, een vermetel oordeel. Neemt nu nog dat Taalman Perier niet en wiste dat kwaadkeuren van dagelijksch gebruik is bij het vlaamsche volk, 't is in allen gevalle een woord dat teenemaal gebouwd is naar den aard en den eisch onzer tale en dat iedereen van den eersten keer verstaat, al en hadde hij 't nooit van zijn leven noch gehoord noch gezien.
Een voorbeeld:
In allerhande boeken en nieuwsbladen kunt ge zinsneden tegenkomen als volgt: De geneesheer heeft de dood bestatigd’. Ja maar, die weten dat bestatigen eigentlijk een duitsch, geen dietsch woord en is, dat het derhalve door de taalkundigen verwezen wordt, die zetten liever: ‘De geneesheer heeft de dood vastgesteld’. 't Klinkt nochtans vreemde: ‘de dood vaste stellen’; 't is trouwens alsof men de dood wilde beletten van weg te loopen! Kwame er nu iemand te zeggen: ‘De geneesheer heeft de dood waargekeurd’: zou er één dietscher zijn, hij weze Vlaming, Brabander, Hollander, Limburger of 't zij wat, die zulke tale niet gemakkelijk en verstaat? En zou er één taalkender het recht hebben van dat taal- en redematig gemaakte woord als ondeugend te schelden omdat hij het in zijne woordenboeken niet en vindt? 'k Heb 's wonder!
Ook moeste Dr Van Steenkiste bij alle oneenzijdige lezers gelijk halen, als hij aan den Heer Perier antwoordde: ‘kwaadkeuren, dat door heel Vlaanderen mondsgemeen is, en mag men niet schrijven; 't en is immers geen nederlandsch!! maar goedkeuren, dat is nederlandsch.’ Z. Antwoord op den ‘open brief’ van Mr Odilon Perier, advocaat, door Dr Eug. Van Steenkiste, gedrukt te Brugge bij Verbeke-Loys, in 't jaar 1886, bldzz. 19 en 25.
Dat vonnis des Heeren Perier was zooveel te wonderlijker, dat hij niet en koste goed doen alsdat kwaadkeuren een onlangs gemaakt westvlaamsch woord was. 't Is waar, Dr Van Steenkiste en heeft het ook uit oude boeken niet kunnen veroorkonden. Maar is het daarmede bewezen dat het van over eeuwen, zelfs in andere streken, niet gebruikt en wierd? Bij lange niet.