klopgetouwe tegen een haar- of bootgetouwe. Z. Loquela, 1890, bl. 92.
Kiliaen heeft het woord pijptouwen dat hij verduidelijkt door: orgelen. Dit laatste woord is het meervoud van: orgel. Pijptouwe ware dus = pijpgetouwe = orgel. In ‘Het groot woordenboek, gestelt in 't nederduytsch ende in 't engelsch.... door Hendrick Hexham, gedruckt by Arnout Leers, anno 1648, tot Rotterdam,’ staat het woord pijptouwen vertaald door het engelsch organ-pipes, d.i. hetgene wij nu gemeenlijk orgelpijpen heeten.
Het heeft ons dikwijls gedocht dat het woord ‘getouwe’ het half fransche half dietsche woord drukperse, waarvan men groot misbruik maakt, zou kunnen helpen uit onze tale weren.
Wij zeggen ‘de vrijheid der drukperse’: waarom niet gezeid ‘de vrijheid van den druk’?
Wij spreken over de macht van de drukperse: waarom niet over de macht van het drukwezen?
De fransche dagbladen hebben dikwijls eene hoofdinge die luidt: Revue de la presse; dat willen sommige vlaamsche bladen achterdoen en ze zeggen ‘Overzicht der drukpers.’ Daarmede willen ze alleenlijk bedieden: Overzicht der nieuwsbladen. Waarom 't alzoo niet gezeid?
Op den omslag van vele drukwerken pleegt men te lezen dat zulke en zulke boeken onder pers liggen; dat moet men zoo verstaan alsof er stonde: onder druk.
Mijnheer N. schikt eene nieuwe presse, eene nieuwe drukperse te zetten. Dede hij 't anders en ginge hij het aan, met het woord ‘weefgetouwe’ in zijn gedacht, om een nieuw drukgetouwe te zetten, zouden de boeken die uit zijnen drukwinkel komen deswegen te slechter zijn?
Aangaande kelder en kolder weze hier bemerkt dat kolderstok bij Kramers vertaald staat door barre, timon du gouvernail. Het woord ‘kolder’ als name van een kleedingstuk, is het overgewaaid fransche woord collier, dat de Franschen gemaakt hebben van het latijnsche collarium, en het beteekende eerst ‘halsbekleedinge’. De Duitschers heeten dat koller. Of ‘kolder’ in ‘kolderstok, kolderschijve, koldergat’ het zelfste woord is, dat valt te