Mingelmaren
IN Vlaanderen bestaan er waters, vijvers en poelen waarover men sagen en legenden vertelt. Die waters, die eertijds plaatsen van vereering waren, hebben naderhand den name gekregen van klokputten, nekkersputten. Wij zeggen die eertijds plaatsen van vereering waren. Immers door menigvuldige voorbeelden weten wij dat heidensche volk van belgisch Gallië, de godheden der ondiepten en der springbronnen aanbaden. Te Namen heeft men in de Samber, dicht bij de plaats waar zij in de Maas loopt, eene buitengewone hoeveelheid munten van alle tijdvakken gevonden, van de oudste tijden af tot de XIVste eeuwe. Het is thans door de oudheidskundigen aangenomen dat daar eene ondiepte bestond aan eene godheid toegewijd, waar iedere voorbijganger zijnen penning offerde. Zooals vele heidensche bijgeloovigheden, bleef deze ook, onderduims waarschijnlijk gedurende een gedeelte der middeleeuwen bestaan. Vele wangeloovige lieden, die niet dorsten afbreken met een gebruik dat gedurende zooveel eeuwen onderhouden werd, of die vreesden de gramschap te wekken van den geest, in de diepte der waters verborgen, wierpen nog altijd hun muntstuk in 't water.
Uit Ons Volksleven, 1890, 9 afl.
't Is toch wonderlijk en 't vermelden weerd dat het gebruik onzer heidensche voorvaders tegenwoordig nog bestaat bij de zwarten van Africa.
Uit de brieven der vlaamsche zendelingen hebben wij meermalen vernomen dat de Zwarten perels en andere hunner kostbaarheden in den Tanganyka werpen, bijzonderlijk als het meer ongestuimig wordt.