Dag Ian!
- DAG Jan!
- Mijn name en is geen Jan.
- Hoe heet gij dan?
- Koopman.
- Waarin dan?
- In hooi, strooi, en al dat ik krijgen kan.
- Dat is goed!
- Niet al te goed!
- Waarvan dat, Jan?
- 'k Ha daar nen hoop koorn liggen en de kalanders kwamen derin.
- Dat is slecht!
- Niet al te slecht!
- Waarvan dat, Jan?
- 'k Vette er een zwijntje van.
- Dat is goed!
- Niet al te goed!
- Waarvan dat, Jan?
- Als ik mijn zwijntje brandde, mijn huis brandde af.
- Dat is slecht!
- Maar niet al te slecht!
- Waarvan dat, Jan?
- Van een oud kreeg ik een nieuw.
- Dat is goed!