De lijst der wetten, die aangekondigd zijn, is rijk en lang. Maar die lijst is als een bonte rij zonder politieke teekening, en zonder toekomstlijn. En toch zijn de problemen eener nieuwe politiek duidelijk genoeg aan te wijzen, zoo duidelijk, dat een algemeene en gezamentlijke bespreking ervan niet kan uitblijven, opdat eene richting van staatsbeleid daaruit naar voren komt.
Voorop gaat het probleem der defensie in verband met de internationale verhoudingen en de plannen van een volkenbond. Dan komt de finantieele kwestie, die tevens moet samenhangen met bezuinigende reorganisatie der staatshuishouding.
En ten slotte het maatschappelijk vraagstuk, waarvoor sociale wetgeving, woningbouw, de duurte-bestrijding en de handelspolitiek in een nauw en onverbrekelijk verband staan.
In latere aanteekeningen zal er gelegenheid genoeg zijn om op deze drie onderwerpen uitvoerig terug te komen.
Thans moet echter geconstateerd worden, dat de troonrede in overgroote nuchterheid elk dieper verband van een principieel staatsbeleid geheel en al voorbijgaat.
Ten opzichte van defensie en volkenbond is afwachten aanbevolen. De financieele regeling toont slechts den wil tot worstelen, niet tot oplossen. En wat het maatschappelijk probleem betreft wordt detailwerk en dan nog slechts vaag aangegeven.
Het is te hopen en met recht te verwachten dat de algemeene besprekingen over de staatsbegrooting dit jaar de groote politieke kwestie's zullen aandurven en de regeering zullen uitlokken tot het trekken van duidelijker lijnen als in de troonrede is geschied.
Naast de staatspolitiek, wordt ook de gemeentepolitiek belangwekkend.
Er moet op dit gebied door de algeheel gewijzigde samenstelling van gemeenteraden en gemeentebesturen een nieuw beleid afgebakend worden. En het merkwaardig verschijnsel doet zich hierbij voor, dat de S.D.A.P., die zich wat de landsregeering betreft in een vrije oppositie beweegt, waardoor haar kritiek veilig dobbert op de op-en-neer-gaande golven der ontevredenheid, voor het stadsbestuur tot positieve regeeringsdaden geroepen wordt en scherpe kritiek zal hebben te weerstaan.
Het verschijnsel is merkwaardig en tegelijk heuchelijk, want