de weerstandbiedende kracht in ons door andere, nieuwe gebeurtenissen en plannen geprikkeld wordt.
Want met welke geweldige slagen heeft de tijd zich omgewend! Eerst, en nog kort geleden, Duitschland de bedreiging van de wereld, zijn spoorlijnen doortrekkend van Antwerpen tot Bagdad. Nu datzelfde Duitschland in Posen aangevallen door de Polen, in Sleeswijk de Denen teruggevend wat het hun vroeger ontnomen heeft, in het Westen de trappen en schoppen in ontvangst nemend van Franschen en Belgen. Van binnen hongersnood en burgeroorlog, naarbuiten een machteloosheid zoo volkomen, dat zijn vijanden alleen van de ergste daden worden teruggehouden door vrees dat de ontreddering in zijn gevolgen gevaarlijk zou zijn voor henzelf.
Nochtans: het zwaartepunt van onze belangstelling, immers de beweegkracht van de toekomstige wereld, voelen we niet in de landen van de entente, maar in Rusland en Duitschland.
De parijsche Volkenbond-vervaardigers mogen passen en meten opdat de humanitaire mantel toch maar eenigszins hun chauvinistische bochel verberge, de wereld waarin zij denken te figureeren is zoo klaarblijkelijk een onhoudbare, dat wij hun van gezegd kleedingstuk weinig pleizier beloven.
Hun fout is dat zij tijdelijke machtsverhoudingen voor blijvend bestaanbaar aanzien, en nu trachten ze te bestendigen. Tenzij, evenwel, Frankrijk, Engeland en Amerika onafgebroken in de bres blijven, kan een volk zoo groot als het Duitsche zich niet met de macht tevreden stellen die het door zijn mededingers wordt toegedacht.
Hoe begrijpelijk is het, en hoe dom, dat staten nooit rekening houden met de noodzakelijke verhoudingen die in hun natuur gegrond liggen, maar altijd onder de illusie leven van het oogenblik!
Omdat Duitschland in deze oorlog de vijand was, is het ook in de toekomst de vijand!
Omdat Duitschland nù machteloos is, moet het machteloos gehouden worden!
Intusschen is de werkelijkheid van de wereld die de overwinnaars zeggen te begeeren, de wereld waarin een volkenbond gedijen kan, juist in Duitschland groeiende.