volk opwellenden aandrang, dat zij de meerderheid uit haar passieve afwachtende houding kan los krijgen. Veel meer krijgt men den indruk dat de minderheid - zij 't ook uit een besef van verband te zoeken met het kiezersvolk dat zoo straks te beslissen heeft, - het protest verkiest boven de beslissing.
Protesteeren is de negatieve zijde van de daad, die het volk in een onbewuste veelzinnigheid verwacht.
Hoe toch toonde zich de actueele politiek in de jongste debatten over de interpellatie's van de heeren Beuner en Sannes? Was dat niet een verflauwde navolging van het wekenlange debat over de levensmiddelenvoorziening? Verflauwd, ondanks het feit dat de scherp gevoelde nood in de groote steden, en de daarmede in verband staande onlusten, in veel grootere wrangheid de erbarmelijke verhoudingen moesten doen gevoelen.
Dat de regeering - aangenomen zelfs dat het te laat en te plotseling kwam - overging tot inkrimping van het broodrantsoen en regeling van 't vee-verbruik, en dat de regeering de stellingsvoorraden reserveert voor tijden van nog ergeren nood, mag haar door niemand verweten worden, die als eisch stelt: een vooruitziende ekonomische politiek.
Dat de regeering juist in het vooruitzien te kort geschoten is, vroeger, en menigmaal, en aldus eenerzijds den toestand slechter liet worden dan noodig was, anderzijds vergat dat eene bevolking geleid moet worden om door voorlichting en voorbereiding in staat te zijn drukkende maatregelen te verdragen, dat kan haar als een ernstige fout worden aangerekend. Maar de volksvertegenwoordiging mag niet vergeten, dat zij aan dit alles minstens evenveel schuld heeft als de regeering. Zij heeft het achteraf goedpraten der regeeringshandelingen door officieele mededeelingen geduld, in plaats van het voorafgaand overleg en de voorbereidende mededeelingen over toestanden en verhoudingen te eischen.
Trouwens het meer of minder vooruitzien, het optimisme of pessimisme in een oorlogstijd van zoo langen duur, is achteraf gemakkelijk te veroordeelen. Men moet dan echter aan de kritiek nu het thans mis gaat, den lof toevoegen voor de bijna vier jaren dat het zeer bevredigend of zelfs heel goed ging.
Bovendien eischt het landsbelang niet allereerst dat er straf