Aanteekening
Mededeeling betreffende het Comité Néerlando-Belge d'Art Civique
De Redactie van dit tijdschrift voldoet gaarne aan het verzoek van het ‘Comité Néerlando-Belge d'Art Civique’ de aandacht te vestigen op de stichting van dat Comité en wat het met hare werkzaamheid bedoelt. In Februari van het jaar 1915 werd in Londen een bijeenkomst gehouden, georganiseerd door de ‘Association Internationale des Cités-Jardins’, het ‘Town-Planning Institute’, het ‘Royal Institute of British Architects’ en de ‘Union Internationale des Villes’ en bijgewoond door vele afgevaardigden uit de verbonden en onzijdige landen, tot stichting van het ‘Belgium Townplanning Committee’.
De bedoeling dezer stichting was na den oorlog leiding te geven aan den opbouw van de vernielde Belgische steden en dorpen en het herstel der verwoeste landstreken.
Deze stichting had, het is begrijpelijk, al dadelijk veel sympathie, want een maand later werd zij gevolgd door die van het Comité hierboven genoemd, waartoe het initiatief uitging van eenige Belgische Ministers, afgevaardigden en enkele andere bekende personen. En een jaar later ontstonden in Denemarken, Amerika en Griekenland gelijksoortige 'Comités om het bedoelde werk te steunen.
Welk werk is dat? Want het spreekt vanzelf dat er bij de tegenwoordige inzichten betreffende stedenbouw geen sprake kon zijn van een ‘status quo ante’. Integendeel. Als eerste werkzaamheid moest van het Belgisch gouvernement worden verkregen de verzekering van toezicht tegen overijlden opbouw. Want daarmee zou alles worden bedorven. Bij bestudeering