Averechtsch spraakonderricht
In het laatste nummer van de Nieuwe Taalgids een staal van het averechtsch onderricht waaraan hedendaagsche spraakleeraressen zich bezondigen.
Wij weten dat stemhebbende en stemlooze medeklinkers op elkaar inwerken, zoodat, hoewel men liefde schrijft (met een f), men inderdaad lievde zegt (met een v), en evenzoo niet zegt 't viooltje, maar 't fiooltje, en niet zes zwaluwen, maar zes swaluwen. - Chr. Egener - Van Eyken kan zich niet met deze ‘assimilatie’ vereenigen. Zij schreef er een artikel over in het tijdschrift Schoonheid en Opvoeding en het is deze beschouwing, die Dr. C.G.N. de Vooys aanleiding gaf tot een rechtmatige afstraffing.
‘Dit fetichisme van de letter’ - zegt hij - ‘hangt samen met twee dogma's, die niet alleen in strijd zijn met de taalwetenschap, maar waarvan ook de nadenkende leek de onhoudbaarheid inziet. Het eerste is: elk woord heeft één ware vorm, door het schrift aangegeven, die in elk verband voor ‘verbastering’ bewaard moet blijven. De waarheid is de omgekeerde verhouding: de gelijke schrijfvorm - om praktische redenen toegepast - bedekt de noodzakelijk wisselende klankkombinatie. Dit is in elke taal het geval. Het absurde blijkt duidelik, als men dit ‘beginsel’ b.v. op het Frans wilde toepassen. Het tweede dogma is, dat men de woorden moet leeren kennen ‘in hun eigenlijke psyche’. Met die vage term wordt dan bedoeld: voor de ingewijde openbaart zich de geheimzinnige samenhang tusschen klank en betekenis bij het woord. Dit is het oude stokpaardje uit de taalwijsheid van Bilderdijk. Gelijk men weet bestaat er wel degelijk een