De Beweging. Jaargang 11(1915)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] De zee Door W. van Bijgaarden De diepe zee kan effen zijn en rustig, wanneer zich niets beweegt, de wind niet gaat. Bij storm en tij heffen de golven lustig zich hoog en weer met monotone maat. Uit vormloos water, dat de diepten dekt van ongekende wonderen daar beneden, deint het en leeft, zijn vormen nu gewekt omhoog geheven en dan neergegleden. Waar 't rustig zijn kan nu een staag bewegen, het gaan en komen, eindloos keer na keer van golf na golven. Zwaar en lang gestegen vallen ze plots in 't zwarte water weer. De golven gaan in een gedurig spel stuwen en duwen de' een achter de ander, omhoog, omlaag, gelijken ze elkander toch blijft een elke golf zich zelve wel. De wijde zee, kan als een zomernacht, het loome water in geruste droomen, beweeg'loos diep zijn, wil van onder nacht een even deinen als een mijmeren komen. [pagina 228] [p. 228] Een verre kim, het water onbewogen, de spiegel warm en vlak als van satijn, de stille lucht, waar rappe vogels vlogen, nu roerloos rustig als de golven zijn. Een vrouw, die daags te rusten is gegaan, gedacht'loos neerligt in den slaap verstoken. Bloeiende bloemen, die plots open staan, in d' uchtend door het zonnelicht ontloken. Ze is zoo ver en vreemd van vroeger leven en toch zich zelf in droomenwerk'lijkheid, in glans en geur, die zon en bloemen geven: een wondersprookje in den nieuwen tijd. Het lenig lijf geleund aan donk'ren grond ligt ze, en ziet met wijde, open oogen, niet 't vlakke land, waar bloem bij bloem in stond, naar 't licht gegroeid en in den wind gebogen. De helle zon, de lichtbedauwde dreven en 't land gedekt met rossig, warmen gloed: een rijker leven is in heur gemoed van blijde droomen, die daar leven. Een jonge vrouw, weet iemand heur gedachten en de ontroering, waar ze in bestaat, een weerschijn van den schijn, dien zij heur brachten, is als een glimlach op heur stil gelaat. Een lach, wat wil ze en waar peinst ze aan: een wijde wereld uit zich zelf geboren. Wie zal het schouwen en er binnen gaan, die niet gekend werd en werd uitverkoren. Neuzen, Dec. 14. Vorige Volgende