De Beweging. Jaargang 3(1907)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] Herfstbegin Door Th. Van Ameide. De zon laat schichtig in een vluggen val onzekre stralen vliegen in het ronde, dra gaat een schijn in schaduw weer te gronde, het licht en donkert hevig overal. Er vaart een vlucht geelgrijze en paarsig blauwe wolken, die 't luchtblauw angstig welken doen en sterven tot een al te teeder groen, dat nog geen groen is dan door hun benauwen. En bont en hard onder de bonte zachte kleuren des hemels ligt het oude veld, in schijn te schel, in schaûw te rauw, ontsteld worden mijn oogen door zijn grove krachten. Maar om den top der bladerrijke boomen, reeds lang vergrijsd in langen zomergloed, begint een bruine en roode roest, en doet hun naadrend schooner einde mij bedroomen. [pagina 265] [p. 265] Het vage zonlicht spint hun moede kronen in valsche glorie, die maar even schijnt, en als de lach is van wiens leven kwijnt nog vóór den daagraad, die dat leven loone. Er is een aarzeling van voor het rijpen, of lange moeite vasten zin vervaagt en, zwak een wijle, weifelt en versaagt een hand, die eindlijk, nu, den krans moet grijpen. In heel uw vreemde onzekerheid en strijd leeft mij de ontroerende onrust en de lange verwachting van de komende overgangen, o doode zomer die den herfst verbeidt! 23 Sept. 1906. Vorige Volgende