De Beweging. Jaargang 3(1907)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Verzen Door Henr. Des Tombe-Drabbe. I Mijn mond is droog en van mijn lippen komen De woorden strak en vreemd, ik ben een kind Dat middernachts ontwaakt uit grillig droomen Starend zich opricht, maar zijn troost niet vindt Bij moeder, daar 't alleen ligt - telkens komen De beelden weer - dan langzaam-aan begint Een traan langs 't hulploos klein gezicht te stroomen, Als 't zich zoo droeviglijk alleen bevindt. Zoo sta 'k in 't leven en mijn brandende oogen Zien het bij nacht en dag verglijden gaan, Vragend en stil, in spraakloos onmeedoogen. O leven zie mij niet zoo zwijgend aan, Laat toch die tranen in mijn oogen drogen; Ben ik dan machtig om mij zelf te staan? [pagina 35] [p. 35] II In oorsprongdiepe vaart of ongebeelde velden Ontspringt mijn oerzang aan 't ontwilde bloed; De droomen drijven over 't bleeke, als helden In ongemete' en voorbeeldloozen moed. Ze staan in 't ondoorziene duister, welden Al tranen in 't verhulde door dien gloed, Zoo zal een beeld mij de' overmoed vergelden Waarvan 'k mezelf doordring als hoogste goed. Er was in mij niets dan het twijfelduister Der kindren dezes tijds van bleeken val. Nu weet ik dat in daadloos schoonen luister, De grootheid over 't lichaam komen zal, Ontsprongen aan haar doodverdragen kluister, Waarnaar 'k als zelf de godheid stilstaand luister. 21 Nov. '06. III Uw plichtomsloten leven was niet groot, Klein ook niet, maar zooals met fijnen regen De dag ten einde loopt, als blad ontsproot Uit dik kastanjeknopje, tooiend wegen [pagina 36] [p. 36] Of bosschen na des winters stillen dood, Zoo droeg uw daad nu hier dan daar wat zegen En wierp wat kleins en liefs in andrer schoot, Waarin voor velen heel veel was gelegen. Maar zooals in den zondoortrilden zomer Geen schoonheid of geen kracht verloren gaat, Zoo zal de aan 's levens kern ontploken droomer Hoog opstaan in zijn lichtomzweefd gewaad: De wereld dreunt bij dezen nieuwen komer Van wien de weldaad slechts in 't zijn bestaat. Vorige Volgende