De Beweging. Jaargang 2
(1906)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
De partijen in Rusland en de komende Doema
| |
[pagina 221]
| |
Denken wij ook niet aan de millioenen boeren, die hongeren in hun ellendige hutten en die het laatste stroo van de daken halen in dezen lentetijd, terwijl de typhus, de syphilis in de mesthoopen, die woningen zijn moeten, als furiën rondwaren. Denken wij niet aan dit alles, ten minste doen wij geen beroep op deze dingen om het medegevoel te wekken bij de gelukkige bezitters van Russische fondsen. Gevoel in dezen zin, medegevoel heeft nog nooit bij historische gebeurtenissen eenige uitwerking geoefend en als dwazen zouden wij zijn, indien wij, die reikhalzend verlangen naar de totale ineenstorting van het bloedbevlekte despotisme aan de Newa, van een beroep op het gevoel der bezittende klasse in West-Europa iets verwachtten, waar zelfs een beroep op haar inzicht vergeefsch en nutteloos is gebleven en...blijven zal. En zoo zal dan ook de oproep, door den grooten Gorki op het oogenblik, dat ik dit schrijf, in de West-Europeesche pers gericht tot de kapitalisten van alle landen, om, in het belang der Russische vrijheidsbeweging niet in te schrijven op de groote leening, die de dievenbende aan de Newa op het laatste moment, in extremis als 't ware, nog tracht te lanceeren, zonder uitwerking blijven. Ja met zekerheid mogen wij verwachten, dat die leening ook dezen keer nog slagen zal, dat voor de zooveelste - nu de laatste? - maal het Europeesche goud de zakken der tschinowniks van alle rangen zal binnenstroomen. Doch even zeker zijn wij, dat de nieuwe stroom het reddeloos verloren wrak niet meer vlot zal maken, dat het Europeesche kapitaal in zijn verblinding slechts een nieuwe nuttelooze aderlating zal ondergaan. De nieuwe leening zal door den Franschen bondgenoot worden volteekend. Het bankroet zal er der te vreeselijker om zijn. Gaan wij in het kort na, waarom ‘la hideuse banqueroute’ voor Rusland onvermijdelijk is. De Russische financiën berusten tot nu toe zoo goed als uitsluitend op indirecte belastingen. De indirecte belastingen moeten in hoofdzaak worden opgebracht door de boerenbevolking, aangezien deze de overwegende meerderheid uitmaakt. De boerenbevolking verarmt voortdurend, voor een belangrijk gedeelte juist door den zwaren druk der indirecte belastingen. Aan een belangrijke verzwaring der indirecte belastingen is | |
[pagina 222]
| |
bij de steeds grooter wordende verarming niet te denken; ging men er toe over, zoo zou de nood nog toenemen en de hoofdbron nog meer worden verstopt. Aan den anderen kant is aan een totale verandering in de financieele politiek - een verandering, die bestaan zou in een groote vermeerdering van de directe belastingen, inkomsten-belasting, belasting op vermogen en erfenissen - niet te denken, zoolang het huidige régime voortbestaat en de regeering niet in handen van de kapitalisten is overgegaan. Zoo bewegen zich dus de Russische financiën in een gesloten kring, waar geen ontkomen aan is, zoolang het huidige régime voortbestaat en vòòr een totale verplaatsing van den belastingdruk plaats vindt, gepaard met revolutionnaire onteigening op groote schaal.Ga naar voetnoot1) Tegenover de onophoudelijke verarming van de boerenbevolking was de Russische regeering gedwongen zich toe te leggen op het kunstmatig aankweeken der groote industrie. De groei der industrie zou in financieel opzicht een vergoeding bieden voor den achteruitgang van den landbouw. Het gevolg van, of liever voorwaarde voor deze politiek was de toestrooming van het Europeesche kapitaal, dat tot een bedrag van meer dan 15 milliard onderkomen vond zoowel in de staatsschuld als in spoorwegen, fabrieken, bergwerken enz. Slechts een betrekkelijk gering deel van het in de Russische grootindustrie belegde kapitaal bevindt zich dus in handen van Russische kapitalisten en voor de staatsschuld geldt hetzelfde. Het Russische volk werd gedwongen een steeds aangroeiend tribuut te betalen aan buitenlandsche kapitalisten. Deze ontwikkeling nu, door de regeering bespoedigd en aangedreven, is beslissend geworden voor Rusland's politieke ontwikkeling. In haar hebben wij allereerst den sleutel te zoeken voor een juist begrip van de klassenverhoudingen in Rusland. De tsaar is door deze ontwikkeling geworden de zaakwaarnemer van vreemde machten in zijn onmetelijke landen, een burgerkeizer van de Europeesche bourgeoisie. | |
[pagina 223]
| |
Gaan wij na, welke geweldige gevolgen de reusachtige invoer van vreemd kapitaal voor Rusland's politieke toestanden heeft meegebracht. De groot-industrie schept, zoodra zij haar intrede in een land doet, zeer spoedig de klasse, die het groot-kapitaal geschoold tegemoet treedt om het tot den dood, tot de opheffing van het kapitaal als kapitaal te bevechten. Doch in de landen, waar het moderne kapitalisme en de groote bourgeoisie in den loop der eeuwen langzamerhand historisch zijn groot geworden, in West-Europa dus, heeft het kapitalisme, behalve dat het zijn doodvijanden opriep in de proletariërs, ook, doordat het beschikte over de steeds aanwassende meerwaarde, een machtige groep van verdedigers geschapen. In de oud-kapitalistische landen heeft het de geheele maatschappij een bepaald cachet verleend, heeft het de geheele maatschappelijke inrichting als 't ware naar zijn beeld vervormd. Met andere woorden zou men ook kunnen zeggen, in de West-Europeesche landen verschijnt de kapitalistische inrichting der maatschappij, daar zij langzaam is geworden, voor de meerderheid der bevolking, ook al is deze niet onmiddellijk deelhebbend aan de kapilistische profijten, als de normale en vanzelf sprekende inrichting der maatschappij. Indien men zich van de waarheid dezer opmerking goed wil overtuigen, is het noodig een blik te werpen naar het land, waar het kapitalisme het regelmatigst is ontstaan en tot een ontzachlijke macht is aangegroeid, Engeland, of naar de Vereenigde Staten, waar het tot zijn hoogste ontwikkeling is gerezen, zonder dat een andere maatschappij-inrichting er aan voorafging. Richt men het oog op die landen, denkt men aan hun maatschappelijke inrichting en vooral aan de geestelijke ontwikkeling, die met de maatschappelijke samenging, dan springt in 't oog, hoezeer alle lagen van de bezittende klassen dier landen van den kapitalistischen geest zijn doortrokken, hoe de kapitalistische denkwijze daar alles beheerscht, ja hoe deze zelfs tot diep in het proletariaat is doorgedrongen, zoodat zij aan de proletarische bewustwording de zwaarste hindernissen in den weg legt. De invloed van het kapitalisme in alle oud-kapitalistische landen berust voor een belangrijk en onmisbaar deel op de | |
[pagina 224]
| |
niet-onmiddellijk aan het kapitalistisch profijt deelhebbende klasse, die ik zooeven reeds aanduidde, de klasse der intellectueelen, in den ruimsten zin genomen, aan wie de bourgeoisie een deel der meerwaarde afstaat. Zoo staat dan in de landen, waar het kapitalisme onbeperkt heerscht, de gansche geestelijke productie - op onbeduidende uitzonderingen na - in dienst van het kapitaal en, aangezien de geestelijke productie de geestesrichting van de groote massa bepaalt, vertoont die geestesrichting, in het algemeen gesproken, een beslist kapitalistisch karakter. Het is evenwel duidelijk, dat de genoemde verschijnselen zich niet zullen voordoen in een land, waar het kapitaal niet historisch gegroeid is, waar de kapitalistenklasse niet na eeuwen van strijd de staatsmacht heeft vermeesterd, waar integendeel het kapitaal vrij plotseling van buitenaf is geimporteerd en waar het zich voor het grootste deel in handen bevindt van buitenlanders, zoodat slechts een klein deel der meerwaarde in handen der binnenlandsche kapitalisten terechtkomt. In zulk een land kan het intellect onmogelijk in dienst staan eener klasse, die betrekkelijk machteloos, verspreid, van jongen datum en zonder politieken invloed, zelf slechts bij de gratie eener bureaucratie bestaat. En zoo zien wij dan ook in Rusland, dat daar minder dan ergens ter wereld het intellect zich afhankelijk voelt van het kapitalisme, zien wij nergens een grooter geestelijke vrijheid; zien wij nergens een zoo hartstochtelijk streven naar onbeperkt wetenschappelijk onderzoek, zien wij nergens - in aanmerking nemende de vreeselijke moeielijkheden, die de regeering het intellect in den weg legt en de barbaarsche vervolging, waaraan het blootstaat - een dergelijk idealisme en tevens zoo schitterende resultaten op elk geestesgebied. Maar tevens, een tweede onvermijdelijk gevolg van den geringen invloed der kapitalisten-klasse in Rusland, zien wij, dat nergens een grooter deel van de intellectueelen zich onmiddellijk heeft aangesloten bij de tegenpool van de kapitalistische klasse, bij de draagster van het ideaal eener volkomen vrije maatschappij, bij het proletariaat. Ook in Rusland bereikt, gelijk overal elders, slechts een minderheid van het intellect de volledige geestelijke aansluiting bij de proletarische gedachtenwereld, aangezien de ideologie van het | |
[pagina 225]
| |
proletariaat steeds nog hemelsbreed verscheiden is ook van de meest vèrgaande burgerlijke ideologieën, doch naast die minderheid staat een meerderheid, die, consequent idealist, in ieder geval geestelijk grooter overeenkomst vertoont met de burgerlijke ideologen uit het glorie-tijdvak der burgerlijke revolutie in West-Europa dan met de koel-bekrompen, ideaallooze wetenschappelijke mannen, die nu in West-Europa in alle geesteswetenschappen den toon aangeven. Een ander - haast niet minder belangrijk - gevolg van het meer genoemde verschijnsel, een meer onmiddellijk politiek gevolg is verder, dat in Rusland voorshands een sterke, krachtig aaneengesloten, klassenbewuste kapitalistische partij, een liberaal-burgerlijke partij ontbreekt. Hoe zou zij zich hebben kunnen vormen, waar het kapitaal tot voor korten tijd een plant was, die de regeering kweekte en hoedde als een tuinman een broeikas-gewas? En zoo vinden wij dan ook, indien wij de partijen nagaan, wier strijd in het vervolg, zoodra de Doema bijeen is, voor een deel op een soort van parlementair terrein zal worden gestreden - voor het minst belangrijke deel trouwens - zoo vinden wij dan eenerzijds de schare der partijen van het behoud in verschillende schakeeringen, van de bureaucratie en den conservatieven landadel, die het schuim der steden in haar dienst hebben gesteld, van allen - en zij zijn talrijk - die belang hebben bij het voortbestaan van het huidige stelsel, en daartegenover verheft zich de partij van het proletariaat, dat door zijn geweldige krachtsinspanning van het vorige jaar de rots is geworden, waarop voortaan alle oppositie tegen het despotisme steunen moet. Het proletariaat voert met zich mede de klasse der half-proletarische intellectueelen. De verschillende schakeeringen in deze twee groote groepen zullen straks nog iets nader worden beschouwd, doch op den voorgrond dient geplaatst, dat de zuiver kapitalistische klasse geen massa van beteekenis heeft om zich kunnen scharen, ten einde een partij van beteekenis te vormen. Het zal duidelijk zijn, welke verbazend belangrijke gevolgen deze eigenaardige politieke constellatie meebrengt. Een historische vergelijking is in dit geval in staat ons dit te toonen. In het algemeen is niets misleidender dan histori- | |
[pagina 226]
| |
sche vergelijkingen. Doch voorzichtig aangewend kunnen ze nuttig zijn, om ons eensklaps schel een verschil bij twee historische processen te verlichten. Denken wij ons een oogenblik, dat gedurende de eerste periode der Fransche Revolutie, van 1789-99, de kleinburgerlijk-proletarische partij, die hoofdzakelijk georganiseerd is geweest in de Jacobijnsche partij, reeds zeer spoedig na den val der Bastille zoo machtig ware geworden, dat de zuiverburgerlijk kapitalistische partijen, als de Girondijnen, haar de leiding der revolutie hadden moeten overlaten, en dat die partij dan in Frankrijk tegenover zich had gevonden een royalistische partij, overal zoo sterk als deze b.v. was in de Vendée en het Zuiden, denken wij ons dit onmogelijke een oogenblik, dan kunnen wij m.i. een denkbeeld krijgen van de verhouding, waarin de partijen in Rusland tegen elkaar botsen. Wat beteekenen inderdaad zelfs de Vendée-oorlogen, zelfs de witte terreur in het Zuiden van Frankrijk, tegenover de massa-moorden in Rusland, tegenover de tijgerachtige woede, waartoe een régime als het Russische komt, indien het zich, zooals het geval was in 1905, geplaatst ziet tegenover een tegenstander, met wien geen compromis mogelijk is? En dan lette men op de nog diepere onwetendheid en verstomping, waarin de klassen verkeeren, welke de moderne arbeidersbeweging niet heeft aangeraakt, de klein-burgers en hooligans der steden, en hoe hier veel grootere massa's nog, in een onbegrensde ruimte en korteren tijd elkaar bekampen.
Als 't ware ingeschoven tusschen de twee groote legers van reactie en proletariaat treffen wij echter, gelijk van zelf spreekt, ook een betrekkelijk belangrijke partij aan van burgerlijke oppositie tegen het kapitalisme. Het is de partij der burgerlijke ideologie, die langzamerhand den naam van de constitutioneel-democratische partij heeft verworven. Wij moeten nu nagaan, wat de feitelijke beteekenis dezer partij is, haar sociale samenstelling en haar program, en dat des te eerder, daar door de gebeurtenissen van het vorige jaar, de bijeenroeping der Doema en de verkiezingen van dit lichaam, deze partij althans op parlementair terrein een hoogst belangrijke rol staat te vervullen. | |
[pagina 227]
| |
Voorop sta, dat deze partij - uit het voorafgaande volgt het reeds onmiddellijk - een partij moet zijn van in hoofdzaak ideologen, aangezien de grondbezitters, waaruit zij voor een aanzienlijk deel bestaat, natuurlijk slechts langs ideologischen weg zich van de behoudspartijen, waartoe zij krachtens hun economische positie behooren, kunnen losmaken. Het zijn de leden der semstwo's in hoofdzaak, waaruit deze partij is samengesteld. Het zal noodig zijn ter kenschetsing van wat de constitutioneel-democratische partij is geworden, iets over de beteekenis der semstwo's in te lasschen, hoewel de meeste lezers op dit punt zeker behoorlijk ingelicht zijn. De semstwo's zijn de eenige autonome regeerings-lichamen, die het absolutisme in Rusland heeft laten ontstaan en bestaan. Zij worden - evenals de stedelijke doema's - gevormd door vertegenwoordigers der bezittende klassen van de stad, den kreits en het gouvernement, en wel zoo, dat de bezittende klassen volgens standen en met twee trappen onbezoldigde vertegenwoordigers kiezen. De semstwo-vergadering benoemt een bezoldigd bestuur, dat steeds in functie blijft, een permament bureau dus, overeenkomend b.v. met ons gemeentebestuur. De semstwo-organisatie is niet ingevoerd in het geheele rijk. De taak der semstwo's, die het recht hebben zekere belastingen te heffen, strekt zich over een zeer wijd terrein uit. Wettelijk - sit venia verbo - is die taak beperkt tot het bevredigen van locale behoeften, voor zoover deze van economischen aard zijn. Uitgesloten zijn dus alle aangelegenheden, die de Staat tot zijn competentie rekent. Practisch vallen binnen den werkkring der semstwo's, om slechts het voornaamste te noemen, de aanleg en het onderhoud van wegen, de semstwo-post, weldadigheids- en gezondheids-inrichtingen, verzorging van de bevolking in tijd van hongersnood, onderlinge: brandverzekering, sanitaire maatregelen, voorzorgen tegen brandgevaar en, als het wellicht allerbelangrijkste, het volksonderwijs. Men behoeft slechts even zijn oog over dit lijstje van werkzaamheden te laten gaan om te begrijpen, welk een ontzachlijke taak de semstwo's, steeds tegen de kwaadwilligheid der bureaucratie inwerkend, voor een deel vrijwillig op zich hebben genomen. Alles wat in Rusland sinds de | |
[pagina 228]
| |
‘liberale’ aera onder Alexander II gedaan is ter verbetering van den toestand der groote massa vooral van de boeren, mag zonder eenige overdrijving het werk der semstwo's worden genoemd. Bestonden zij niet, zoo zou er in het grootste deel van Rusland zelfs geen spoor, geen kiem van Westersche kultuur-inrichtingen voor het volk bestaan, dan zou Rusland in dat opzicht niet verder gevorderd zijn dan Turkije of China. De semstwo-leden nu bestaan voor een aanzienlijk gedeelte uit liberale, van Westersche ideeën doordrongen grondbezitters en verder uit vertegenwoordigers van de academische, economisch-krachtige intellectueelen, dus hoogleeraren bv. Voornamelijk uit semstwo-leden ontstond in den zomer van 1903 de Bevrijdingsbond, welks orgaan - in het buitenland verschijnend - de Osswoboshdjenie werd onder redactie van den zeer bekenden geleerde P. Struve, vroeger Marxist. De Bevrijdingsbond, in 1904 te niet gegaan, verrees opnieuw in de organisatie der semstwo's en doema's, die sedert den herfst van 1904 congressen begonnen te houden ter bespreking van de aan alle semstwo's gemeenschappelijke belangen. Het eerste congres der semstwo's in November 1904, toenmaals nog in een particuliere woning gehouden en slechts door de regeering geduld, verklaarde zich voor de zoogenaamde burgerlijke rechten, de uitbreiding en vervorming der semstwo-inrichting, alsmede voor de bijeenroeping eener volksvertegenwoordiging, die deel zou hebben aan de wetgevende macht, het vaststellen van het budget en de contrôle op het bestuur. Zoo weinig ver gingen toen nog de eischen der semstwointellectueelen en grondbezitters; ieder zal moeten erkennen, dat dit progam tegenover een bewind als 't Russische niets om 't lijf had. Het is goed, die eerste symptomen van het constitutioneele liberalisme op te merken, aangezien er zoo duidelijk uit blijkt, hoe machteloos het in zijn strijd stond tegenover een bewind, dat toen toch reeds in den oorlog de zwaarste stooten had ontvangen, machteloos, zoolang een massale beweging het niet vooruit stuwt en steunt. Aan die stuwende beweging nu heeft het in 't jaar 1905 niet ontbroken; sinds den 22sten Januari, die het acute tijdvak der Russische revolutie opent, kwam de eene golf der arbeidersbeweging voor, de andere na, absolutisme en reactie bestoken, | |
[pagina 229]
| |
Doch voor de uitwerking, die de arbeidersbeweging had op het liberalisme der semstwo-mannen, was het van zeer veel belang, dat de arbeidersbeweging in het kamp der semstwo's zelf als 't ware natuurlijke verbondenen vond en wel in wat door Plehwe het derde element is genoemd. Dit derde element wordt gevormd door de naar schatting ongeveer 50000 personen omvattende klasse dergenen, die zich in dienst van de semstwo-organisaties bevinden. Deze lieden behooren mede tot de intelligenten, doch in tegenstelling tot de meerendeels rijke semstwo-leden, kan men hen rekenen tot het proletaroïde intellect. Zij zijn de, deels academisch, deels niet-academisch gevormde ambtenaren, als onderwijzers, artsen, agronomen, statistici, die met de permanente semstwo-bestuurders het feitelijke werk in de semstwo's verrichten. Zij vormen een niet talrijke, doch meerendeels vurig-idealistische groep van mannen en vrouwen, wien, voor een geringe belooning, geen arbeid ooit te zwaar valt tot verheffing van het zoo diep in ellende verzonken Russische volk. Deze elementen, door hun geheele bestaan steeds in het nauwste contact met arbeiders en boeren, zijn het geweest, die met de arbeidersbeweging de semstwomannen op de baan der politieke en economische eischen hebben voortgedreven. Bij hen sloten zich in den loop van 1905 tienduizenden aan van andere ambtenaren en intelligenten, niet in dienst van de semstwo's, doch verbonden aan spoorwegen, posterijen, telegrafie enz., zelfs officieren, en al die elementen vormden in de geweldige stakingsdagen van het vorige jaar het Verbond der Verbonden, dat, politiek, aansluiting zocht bij de sociaal-democratische arbeiders. Onder den druk, welken al die groepen op de semstwomannen uitoefenden, kwamen de wijzigingen in het program der liberalen tot stand, waarvan de belangrijkste en allesbeheerschende was de eisch tot bijeenroeping eener constitueerende vergadering op den grondslag van algemeen, gelijk, direct en geheim kiesrecht. Dit werd het voornaamste punt, de basis van het Ontwerp eener Constitutie, zooals dit door de constitutioneel-democratische partij, die zich constitueerde in de stakingsdagen van October 1905, na onderhandelingen met het Verbond der Verbonden, als politiek program werd aangenomen. Welk een weg was daarmee door die semstwo- | |
[pagina 230]
| |
mannen in een tijdsverloop van nog geen jaar afgelegd! Het algemeen kiesrecht, - het ‘vierledige’ kiesrecht - zeiden wij, is het belangrijkste en alles beheerschende punt in dit program: het is ook het criterium, waardoor de partij nu voorgoed een scheiding plaatste tusschen zichzelve en alle andere meer rechtsche constitutioneele groepen, die ook een ‘constitutie’ eischen, doch op den bodem van een censuskiesrecht, of die eenvoudig verbeteringen en waarborgen tegen machtmisbruik der bureaucratie verlangen. Doch slechts door den van buiten op hen uitgeoefenden druk hebben de semstwo-mannen het algemeen kiesrecht op hun program geplaatst. De omstandigheden waren sterker dan zij, uit den aard van hun sociaal wezen konden zij immers niet vanzelf tot dezen eisch komen. De hoogleeraar Weber, een vriend der liberalen en gelijk de meeste zijner Duitsche collega's een verwoed bestrijder der sociaal-democratie, heeft op uitstekende wijze in 't licht gesteld, hoe de geheele Russische politieke verhoudingen het voor de constitutioneele liberalen noodzakelijk hebben gemaakt voor het algemeen kiesrecht op te komen.Ga naar voetnoot1) Hij zegt: De eisch van dit kiesrecht is voor de constitutioneele democraten in de eerste plaats het consequente gevolg van het ontbreken van andere historische aanknoopingspunten, naardien de regeering 25 jaar lang getracht had, de semstwo's te ondergraven en in discrediet te brengen. Daarbij komt, dat het heden ten dage voor een ieder, die principieele hervormingen wil, onmogelijk is, zich in volle oprechtheid te verklaren voor een getrapt kiesrecht en wel wegens het kapitalisme, dat zoo scherp de klassen tegenover-elkaar stelt. De economische belangenstrijd en het klassenkarakter van het proletariaat vallen toch als 't ware elke burgerlijke hervormingsbeweging in den rug aan. Dit is nu eenmaal het lot van het werk van alle burgerlijke hervormers, in Rusland gelijk elders. Slechts zoolang het handwerk zoodanig oveheerschte, dat het tenminste in theorie aan de massa der arbeiders de gelegenheid bood, zelfstandig te worden, kon iemand subjectief-oprecht (sic!) volhouden, dat een censuskiesrecht ook | |
[pagina 231]
| |
een vertegenwoordiging der niet-zelfstandigen waarborgde. In Rusland nu is niet alleen door historische oorzaken de ‘middenstand’ in de steden slechts tot een zeer geringe ontwikkeling gekomen, doch bovendien heeft het kapitalisme daar ook reeds geruimen tijd zijn werking begonnen, zoodat elke poging van een hervormingsgezinden liberaal, zich te verklaren voor een censuskiesrecht, beteekent, dat hij een officier zonder soldaten blijft. In de steden zouden de arbeiders in dat geval zelfs niet op de gedachte komen zich met hem in te laten. Op het platteland zou bovendien een census-kiesrecht in het groote gebied der obschtschina (veldgemeenschap) niet zijn in te voeren zonder de grootste willekeur. In dit gebied is voor de dorpsgemeente het gelijke stemrecht voor alle huisvaders het historisch-gegevene...En zoodra de democratische partij zich met een census-kiesrecht op het platteland tevreden wilde stellen, iets wat beteekenen zou de uitsluiting van de groote massa der boeren, zou de reactie - de regeering - die groote massa der boeren in een gesloten partij aan haar zijde krijgen, aangezien het juist de bezitters van censuaal-privaat-eigendom, de grondeigenaars, en vooral de koelaki (d.w.z. de rijkgeworden boeren en kleine kapitalisten ten platten lande) alsmede de overige dorpsbourgeois zijn, tegen wie zich de haat der groote massa op het land richt...In dat geval zou, zoodra een zoodanig gekozen doema bijeen was gekomen, een doema waaraan de groote massa der boeren geen deel had, de haat dier massa zich tegen dat lichaam wenden, gelijk deze tot nu toe zich richtte tegen de regeeringsambtenaren en de bureaucratie.’ Welnu, de toestand, zooals de hoogleeraar dien schetst, is op het oogenblik reeds gegeven; de groote massa der boeren heeft aan de verkiezing der bijeenkomende Doema geen deel gehad. Wil de constitutioneel-democratische partij dus de geheele boerenbevolking niet tegen de Doema - en ook tegen de liberale grondbezitters - in beweging brengen, dan moet zij oogenblikkelijk en vóór het te laat is, zich van de sympathie van de boerenbevolking - en van de arbeiders mede - verzekeren door bepaalde voorstellen. Dit beteekent, dat zij in de eerste plaats een nieuwe Vergadering moet eischen, volgens algemeen kiesrecht te kiezen, en ten tweede, dat zij de eischen | |
[pagina 232]
| |
der boeren moet ondersteunen. Want, alle teekenen wijzen er op en de leiders der constitutioneele democraten zijn er van overtuigd: De Russische boer is ontwaakt en laat zich niet meer met beloften van de regeering of wie ook paaien. Sinds de eerste boerencongressen in het vorige jaar bezit de boerenklasse haar program en reeds nu zijn er weinig streken in het onmetelijke rijk, waar die boereneischen geen ingang hebben gevonden in de harten van tallooze millioenen. En men weet, dat die eischen in hoofdzaak inhouden: land, dus onteigening op groote schaal van grondbezitters en kloosters, en verlichting van den druk der belastingen. De partij, die niet bereid is, deze eischen zonder om te zien te onderschrijven, is vandaag of morgen verloren. Zoo bevindt zich dan de constitutioneel-democratische partij, aan wie, blijkens de jongste berichten, een zeer belangrijke plaats, misschien de meerderheid, in de Doema is ten deel gevallen in een wel zeer moeilijke, doch, meen ik, niet in een hopelooze positie. Veel wordt van die ideologen geeischt, doch niet het onmogelijke. Of zij tegen de taak, die hen wacht, opgewassen zullen blijken, dat is natuurlijk een vraag, waarvan de beantwoording buiten de competentie van den buitenstaander valt. En ten slotte een woord nog over de andere partijen. De arbeiders in de eerste plaats. De arbeiders zijn door het verkiezingsreglement, waarbij deze Doema tot stand komt, buiten de mogelijkheid geplaatst er binnen te dringen. In de tegenwoordige omstandigheden, zoolang het huidige régime nog bestaat, zou dit hun ook niets baten. In sommige deelen van Rusland, bijname in Polen, waar de semstwo's niet bestaan en de constitutioneele democraten dus evenmin, hebben de arbeiders zelfs volkomen terecht getracht, de verkiezingen, die onder den staat van beleg slechts een belachelijke vertooning waren, geheel te verhinderen. Het doet er weinig toe, of zij hierin zijn geslaagd of zullen blijven slagen. Al of niet geboycot, de Doema zal geen sociaal-democraten bevatten. Maar in het algemeen is de taak der arbeiders klaar en beslist gegeven: zij bestaat in het aandrijven en prikkelen der burgerlijke democratie, in het op de been houden van dat liberalisme, dat anders machteloos in | |
[pagina 233]
| |
elkaar zou zakken. Vanzelf zal door die taktiek, vroeger of later, den arbeiders ten deel vallen, wat zij behoeven: de burgerlijke vrijheden en rechten, die het proletariaat in staat stellen zich vrijelijk te organiseeren en te ontwikkelen, en, komt er een burgerlijke regeering, dan zooveel sociale hervormingen als veroverbaar zijn. De partijen der reactie. Wat zullen wij veel van deze zeggen? Daar zijn de verschillende schakeeringen der conservatieve (monarchistische) partijen, de partij der oud-conservatieven, de Bond der Russische mannen en de partij der Rechtsorde (sic. !), wier eenig program is vernieling van alles, wat naar liberalisme riekt. Als dolle honden zijn deze lieden gevaarlijk, doch van eenigen invloed op de komende ontwikkeling van Rusland kan bij hen natuurlijk geen sprake zijn. Zooals de eene moddervlek gelijkt op de andere, zoo evenaren zij elkaar in het ophitsen van de zwarte benden tot moord op de Joden, de intellectueelen, de liberalen en allen, die Westersch denken. Van meer belang is de Bond van den 17en October, die onder leiding staat en samengesteld is uit behoudende semstwopolitici als graaf Heyden en Schipow, welke mannen waarborgen verlangen tegen de bureaucratie en den semstwo's meer invloed in den staat willen geven. Behoeft het gezegd te worden, hoe ijdel en utopisch een dergelijk verlangen naar hervormingen van bijzaken is? De Russische bureaucratie heeft waarlijk in de laatste maanden ook den hardnekkigst goedgeloovige wel de overtuiging bijgebracht, hoe onmogelijk het is haar te vervormen. Neen, totaal zal Rusland veranderen, van den grond af zal het zich vervormen. De vraag is slechts, hoe lang dat proces duren zal. Wij moeten vreezen, dat de strijd nog pas in den aanvang verkeert, vreezen, aangezien een vreeselijk bloedige worsteling heden of morgen opnieuw zal losbreken. Doch, dat in dien strijd de zege ten slotte zal te beurt vallen aan de doodsvijanden van het bestaande régime, daarvoor staan ons de gebeurtenissen van 1905, de bewonderenswaardige tucht en kracht van het Russische proletariaat en de ontwaking van 100 millioen boeren, borg. 14 April. |
|