Berlijnse liederenhandschrift
(1941)–Anoniem Berlijnse liederenhandschrift– Auteursrecht onbekendBerlijnse liederenhandschrift. In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie (samenstelling en redactie), Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen 1998.
-
gebruikt exemplaar
Voor de digitale editie van Berlijnse liederenhandschrift in de dbnl is gebruik gemaakt van de Cd-rom Middelnederlands die in 1998 werd uitgebracht door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie.
algemene opmerkingen
De tekst op de Cd-rom Middelnederlands berust op de uitgave:
M. Lang (ed.), Zwischen Minnesang und Volkslied. Die Lieder der Berliner Handschrift Germ. Fol. 922. Die Weisen bearbeitet von Müller-Blattau. Berlin, 1941. (Studien zur Volksliedforschung 1).
Op de cd-rom is ook de paginering opgenomen van de uitgave uit 1941; deze paginaverwijzingen zijn hier achterwege gelaten. Wel zijn de verwijzingen naar de foliumnummers en de kolommen in het oorspronkelijke handschrift hier overgenomen.
Op de Cd-rom Middelnederlands wordt de volgende beschrijving gegeven van de oorspronkelijke bron:
‘Bron: Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. fol. 922
Datum: 1400-1425
Omvang: 2504 verzen
Opm.: Een convoluut met in totaal 134 bladen. Het gedeelte met de liederen (fol. 50r-70v, 131r-134v) bevat per bladzijde 1 kolom van 30-37 regels. De codex, die ook bekend staat als het Berlijnse liederenhandschrift, telt in totaal 86 minneliederen, die mogelijk als dansliederen kunnen worden beschouwd (zie F. Willaert: 'Laatmiddeleeuwse danslyriek in een land zonder grens. Het Berlijnse liederenhandschrift mgf 922'. In: Helga Hipp (red.): Niederlandistik und Germanistik. Tangenten und Schnittpunkte. Festschrift für Gerhard Worgt zum 65. Geburtstag. Frankfurt am Main [etc.], 1992, 157168.). De liederen zijn gesteld in een Nederlands-Duitse mengtaal en kunnen volgens Lang (1941), 78, in vier groepen worden onderverdeeld: groep 1: lied I-XXVI (fol. 50r-57v); groep II: lied XXVII-XXX (fol. 58r-58v); groep III: lied XXXI-LXXI (fol. 59r70v); groep IV lied LXXII-LXXXVI (fol. 131r-134v). Van 12 liederen uit de laatste groep (nrs. LXXII-LXXVIII en LXXXIILXXXVI) is ook de muziek overgeleverd, in dezelfde tekstloze streepjesnotatie die o.m. ook in het Gruuthuse-handschrift voorkomt. Tot de andere teksten in de codex behoren 18, hoofdzakelijk Middelnederlandse, Neder- en Middenrijnse minnereden en de Middelnederlandse ridderroman Segheliin van Jerusalem (fol. 71ra-122vb).
Status: Kritisch
MNW-nr: 1447
Opm.: Van de 86 liederen bezitten er 45 een refrein. Net als in de editie worden de refreinen hier voorafgegaan door een asterisk. Ook het gebruik van haakjes in de tekst is conform de editie: rechthoekige haakjes voor aanvullingen door de editeur en woorden (of delen daarvan) die verloren zijn gegaan; ronde haakjes voor woorden in het handschrift die niet gelezen moeten worden. Op twee plaatsen zijn er wat de haakjes betreft wijzigingen aangebracht: de ronde haakjes in vs. 360 en 504 zijn hier vervangen door rechthoekige. Op zes plaatsen in de editie is met behulp van een schuine streep ("/") aangegeven dat twee aaneengeschreven woorden los van elkaar gelezen moeten worden; dit scheidingstekens is hier niet overgenomen en bovendien zijn de betreffende woorden van elkaar gescheiden met een spatie. Verder ontbreken ook de muzieknotatie en het apparaat met de aantekeningen en opmerkingen.’
redactionele ingrepen
geen