Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht. Deel 1

[p. 1]

[Eerste stuk]

[Voorrede]

Het historische gezelschap is eene vereeniging van wetenschappelijke beoefenaars der algemeene Nederlandsche geschiedenis, en heeft inzonderheid de bevordering van geleerde nasporingen en de studie der bronnen ten doel.

Te Utrecht gevestigd, bestaat het genootschap uit honoraire, werkende- en niet werkende leden, zoo wel binnen als buiten de stad.

Alleen de honoraire en werkende leden houden wekelijks eene bijeenkomst, en beslissen over alle voorkomende aangelegenheden, ook over het aannemen van leden, die bij meerderheid van stemmen gekozen worden.

Niet werkende leden hebben geene stem ter vergadering, maar den toegang tot alle bijeenkomsten en het gebruik van al de eigendommen des genootschaps.

De gewone wekelijksche vergaderingen zijn bestemd tot het doen van historische mededeelingen, die vervolgens overgaan in handen eener commissie, ten einde, in den vorm van Berigten, te worden gedrukt.

[p. 2]

Werkende en niet werkende leden betalen eene jaarlijksche contributie van tien gulden, en bekomen een present exemplaar van alle werken des genootschaps.

De Berigten, voor den druk geschikt, zullen door de commissie van redactie in eene wetenschappelijke orde gerangschikt worden, in dier voege, dat iedere aflevering steeds eenige bijdragen zal bevatten, betreffende:

a.	De algemeene geschiedenis der Nederlanden. Kleine verhandelingen, of vertoogen over eenig deel der historie, noordelijke en zuidelijke provinciën, kolonien, staatsbestuur, regtswezen, enz.
b.	De geschiedenis der letteren en wetenschappen. Biographiën, monographiën, teregtwijzingen, enz.
c.	Universiteitswezen. Geschiedenis der hoogere-, middelbare- en lagere scholen. Derzelver geschiedenis van den vroegsten tijd af. Tegenwoordige toestand en werkzaamheid.
d.	Geschiedenis der kunsten. Biographiën der kunstenaars. Musea. - Theorie. - Tegenwoordige toestand.
e.	Archeologie. Antiq. topopraphie. Germ. en nederl. mythologie. Zeden en gebruiken. Regtsoudheden. Overblijfsels van kunst uit vroeger' tijd, bouwkunst, beeldhouwkunst, graveer-, schilderkunst, epigraphiek, numismatiek, wapenen, werktuigen, huisraad, kleeding.
f.	Bronnenstudie. Gedrukte bronnen. Bibliographie, betreffende Nederland en deszelfs koloniën. - Herdruk van kleine en zeldzaam gewordene tractaatjens, onder den titel van Analecta. Charters. Mededeeling van Charters, onder den titel Onuitgegevene stukken. Literatuur der charters. Sagen. Bewerking van reeds bekende sagen, verzameling van nog onbeschrevene volksverhalen.

[p. 3]

g	Hulpwetenschappen. Chronologie, diplomatie, handschrift- en zegelkunde, heraldiek, genealogie, taalkunde in betrekking tot de geschiedenis. De talen in Neerl. Indië. De dialecten in Nederland. Geographie, kaarten, plannen, statistiek, geologie.
h.	Genootschappen. Derzelver geschiedenis en tegenwoordigen toestand.
i.	Tijdschriften. Almanakken. Derzelver geschiedenis en inhoud, voor zoo ver die eenig belang kunnen hebben voor historische studie.
k.	Kronijk van het historisch gezelschap. Uittrekselen uit de notulen.
l.	Verscheidenheden, gemengde berigten.

De afleveringen zullen bladsgewijze aan de leden verzonden worden. Eene vereeniging van vier afleveringen vormt een boekdeel, en wordt met een' uitvoerigen en alphabetischen index, besloten.

Over meerdere ondernemingen des genootschaps ziet men de tegenwoordige eerste aflevering, hoofdstuk: Kronijk van het historisch gezelschap.

Utrecht den 15. Maart 1846.

Voor den Secretaris

M^r. C.G. DE BALB. VAN DOORN,

Penningm.