Dichtbundels van Van Meurs.
Onder de dichters in Nederland bekleedt van Meurs eene eerste plaats, en is het lezen zijner heerlijke werken een groot genot, het is ook voor de jongere dichters eene ware studie; want als vorm en taal zijn zijne gedichten aan te bevelen. In de oorspronkelijke stukken is van Meurs recht origineel. Wij hebben dit reeds met een voorbeeld getoond - in zijne vertalingen geeft hij den meester weer, en plant de vreemde bloem derwijze over dat zij, ook in onzen grond, weelig groeit en bloeit.
Ernst en luim, vroolijkheid en smart wisselen elkander af, doch nooit wordt de vroolijkheid triviaal, nooit de smart overgevoeligheid. Hier is de dichter natuur, in den vollen zin des woords, daar is hij verheven, altijd is hij zuiver, kiesch, rein, godsdienstig - altemaal hoedanigheden, die velen van onze jongeren missen, welke meenen dat zij, armzaligheid der armzaligheden! alleen indruk kunnen maken, door naaktheden en ruwe kwinkslagen tegen geloof en zeden op te disschen.
Wie de hedendaagsche duitsche dichterschool, langs hare goede zijde wil kennen, leze den pas verschenen bundel Germania's door van Meurs. Die school kennen is voor ons zelfs eene noodwendigheid, al zou het maar zijn om na te gaan, waar eenige onzer jonge poëten stof, vorm en origineele wendingen halen, op welke zij zoo stout bogen.
In de Germania's, door de uitgevers Blom en Olivierse, te Kuilenburg, in een net kleedje uitgedost, vinden wij niet minder dan 160 duitsche dichtjes, meesterlijk in onze taal door den geestigen pater overgebracht: stukken van Strachwitz, Lenau, Geibel, Kopisch, von Sydow, Rückert, Freiligrath, Lessing, Krummacher, Sturm en anderen.
De keus van de gedichten, die wij in de Germania's bijeen gebracht zien, deze alléén, toont den man van fijnen smaak aan: elk stuk is als een keurige en welriekende bloem en allen te samen vormen eene tuil, rijker in kleur en geur, dan er Tollens ooit een uit den vreemde leverde. Wij slaan het boek open en nemen het eerste stuk over dat ons voor oogen komt, ten bewijze van 't geen wij zeggen: