[Nummer 31]
Onze gravures.
In Zwitserland.
Wij zouden bij den eersten oogslag zeggen, als wij deze gravure zien: ‘Tusschen Namen en Dinant’ en inderdaad het gezichtspunt dat wij te zien krijgen, heeft er veel van, ten minste de omtrek. Wij zijn echter niet in het belgisch, wij zijn in het echte Zwitserland, met zijne hooge wegblauwende bergen, zijne prachtige rivieren tusschen de hoogten wegkronkelend, met al zijne paradijzen beneden, met al zijne sneeuw woestijnen boven op de toppen en hooge hellingen der bergen.
Zwitserland blijft altijd het eIdorado der jonggetrouwden en poeëten, die alle twee van rozengeur en maneschijn leven - en geen wonder! geen land wekt zooveel treffende contrasten, zooveel ontroeringen, zooveel dramatische en tevens zielsverheffende gevoelens op, als deze door de bergen ingesloten republiek.
Of men beneden in de dalen vertoeft, beschut tegen den nijdigen wind, of wel naar boven op de gletchers kloutert, of men beneden aan het kalme meir van Geneve zit of boven op den betooverenden Rigi post vat, overal wordt de aandacht geboeid, de belangstelling opgewekt; overal leeft men in een gansch bijzonder leven.
in zwitserland, naar a. henri.
Een bewijs dat Zwitserland altijd zijn eeuwig schoon behoudt, is dat het getal toeristen jaarlijks inderdaad ontelbaar is en men er meer dan eens dezelfde reizigers ontmoet, die nooit verzadigd zijn in het bewonderen der schoone