Eene vrouw, die zich in de XVe eeuw, door verstandelijke ontwikkeling onderscheidde, noemde men virago; een woord dat in een vleienden zin werd opgenomen en niets had van ons minachtend bas-bleu. Het woord beduidde eene vrouw, die zich door geestesgaven, door onderwijs of heldenmoed, boven de personen van hare sekse wist te verheffen.
Vele vrouwen woonden dan ook destijds de openbare leergangen van Bologna, Ferrara en Padua bij, en het was niets vreemds eene vrouw in een salon te zien optreden, om dit of dat dichtstuk, met min of meer talent, voor te dragen.
het meisje met den beer, naar vernet-lecomte.
In de hooge kringen nam de redetwist over dit of dat letterkundig of godsdienstig punt niet zelden de voornaamste plaats in. De gesprekken in de elegante wereld waren doorweven met citaten uit klassieke schrijvers, en de kunst bestond hierin, deze op eene aangename en sierlijke wijze aan te wenden. Als voorbeelden van kieschheid in de maatschappelijke betrekkingen, haalt Gregorovius aan: de Corlegiano van Castiglione en de Asolani, die de dichter Bembo aan Lucretia Borgia opdroeg.
Deze laatste had eene fijne opvoeding genoten; zij sprak Spaansch, grieksch, Fransch, italiaansch en een weinig, doch zeer puur, latijn. Muziek en teekenen waren haar eigen en jaren na haren dood, bewonderde men nog te Ferrara hare gouden- en zijden borduursels. In al de hooger genoemde talen schreef zij gedichten, die echter niet van zóódanige gehalte zijn, dat zij als dichteres is geboekt gebleven.