[Nummer 27]
Onze gravures.
Willem Geefs.
België heeft, in minder dan een jaar, twee zijner beste beeldhouwers verloren. Vooreerst Simonis en nu weer Willem Geefs, twee mannen, die in de geschiedenis der kunst eene schitterende plaats zullen blijven beslaan.
Willem Geefs werd in 1806 te Antwerpen geboren; hij is de broeder van den talentvollen professor der Antwerpsche Akademie, Joseph Geefs, mede een beeldhouwer van naam.
willem geefs.
Zoo als zoovele kunstenaars in Antwerpen, was Willem Geefs uit den nederigen burgerstand voortgekomen. Zoon van eenen bakker, legde hij vroeg meer genegenheid aan den dag om de potaarde dan het deeg te kneden, en ging als kind reeds naar de Akademie om er de lessen van den toenmaals befaamden Matheus van Bree te volgen.
Willem Geefs voegde bij de keuze van zijnen stand in de samenleving inderdaad eene roeping: hij legde, reeds in den aanvang, dien vasten wil aan den dag om, zooals men zegt ‘er te komen’, en voor geene moeiten en opofferingen achteruit te gaan.
Met de beste vooruitzichten mocht de jonge Willem zijne studiën voortzetten, toen, ongelukkiglijk, een slecht nummer in de loting, hem aan de Akademie zou onttrekken. Alle middelen, om hem van den dienst vrij te maken, waren vruchteloos. Al wat men bekomen kon, was, dat hij bij eene belegbatterij kon worden ingelijfd, die garnizoen hield in zijne vaderstad, in Antwerpen. Voor zooveel hij vrijen tijd had, kon hij dus zijne studiën voortzetten.
Eindelijk was Willem Geefs beeldhouwer; hij kende zijn vak, doch helaas! er valt niet ieder dag marmer te bewerken en de kunstenaar zag te vergeefs naar bestellingen uit. Om den kost te winnen maakte de 20jarige kunstenaar zich practicien, dat is, hij kapte voor andere beeldhouwers de beelden, die zij ontworpen en waarvan zij het model geleverd hadden.
Geefs was 22 jaar oud, toen hij, in 1828, een Achilles ten toon stelde, die den prijs, door de Maatschappij ter Aanmoediging van schoone Kunsten uitgeloofd, verwierf. Nu zocht de kloeke jongeling nieuwe gezichteinden: hij begreep dat in den vreemde veel voor hem te leeren was; doch hoe aan gene zij der grenzen voorzien in zijne behoeften?
Beschermers van jonge talenten zijn niet zeldzaam in Antwerpen: Willem Geefs vond er een, die echter voor het publiek onbekend bleef en de jonge kunstenaar, met weinig tevreden, trok welgemoed naar Parijs, waar hij in het atelier van Ramay, zoon, werd opgenomen, na in wedstrijd, om tot de Akademie toegelaten te worden, eene eerste plaats te hebben bekomen.
Het eerste stuk van den jongen beeldhouwer te Parijs, en dat hij nu naar de tentoonstelling van Brussel zond, stelde voor: een jonge herder, uit de eerste dagen des Kristendoms, bloemen strooiend op een graf. Men was in het woelige jaar 1830, en ofschoon het werk van Geefs als het beste der zaal geroemd was, werd de verwachting des kunstenaars te leur gesteld: het gouvernement kocht het sierlijke beeld niet.
Geefs keerde weldra naar Antwerpen terug. Men schreef destijds te Brussel eenen prijskamp uit, ter oprichting van een beeld aan generaal Belliard en een gedenkteeken, ter eere der nationale martelaars. Beide monumenten werden door Willem Geefs uitgevoerd. Bij dien goeden uitslag voegde zich de benoeming van professor bij de koninklijke Akademie van Antwerpen, welke hem werd aangeboden.
Te Antwerpen sloot Willem Geefs zich aan bij die groep edelmoedige en talentvolle jongelingen, die, kort na de omwenteling van 1830, den strijd tegen den franschen invloed aanvingen: hij was flamingant en bleef in de beweging werkzaam, tot hij zich verplicht zag, ten gevolge der hem toevertrouwde werkzaamheden, zich te Brussel te vestigen.
Willem Geefs werkte veel voor het gouvernement, steden, kerken en particulieren. Zijne voornaamste werken zijn, behalve de reeds genoemden: het standbeeld des konings Leopold I op de Congreskolom en op het gedenkteeken van Laken; het monument van graaf de Merode in St.-Goelenkerk, het beeld van Rubens te Antwerpen, van Grétry te Luik; de grafmonumenten van Willem I, graaf Felix de Merode te Trelin (Frankrijk), mevr. Malibran te Laken, mevr. Amedée Visart, in de kerk van Wespelaar, enz. enz.
Het museum van Brussel bezit van Geefs de verliefde leeuw: de koninklijke galerij van Nederland, Genoveva van Brabant; het kasteel van Mariemont, de schoonheid door de liefde ontdekt: de galerij van koningin Victoria, Paul en Virginie enz. Het getal borstbeelden, door Geefs vervaardigd, is overgroot.
In 1845 werd Geefs benoemd tot lid der koninklijke Akademie van België. In 1855 tot direkteur der klasse van Schoone Kunsten gekozen, sprak hij eene redevoering uit over het