als een bosch bijeen staan, daar alsdan de bliksem ruime keus heeft.
De beste geleiders voor den bliksem zijn metalen of vochtige voorwerpen, waarop hij dan ook bij voorkeur neêrstrijkt. Treft hij een boom, dan gaat hij langs het vochtigste gedeelte, tusschen het hout en den bast namelijk, naar beneden, waarbij hij den bast dikwijls op de merkwaardigste manier vernielt.
De telephoon als weêrprofeet. - De Franschman Dufourcet is tot de ontdekking gekomen dat de telephoon het vermogen bezit om onweêr veertien à vijftien uren van te voren aan te kondigen. In zijnen hof heeft hij twee ijzeren staven in den grond geplaatst, die elk in verbinding staan met een koperen draad, welke op den receptor van zijn telephoon uitloopt.
Wanneer nu een onweêr in aantocht is, verneemt men een eigenaardig gedruis, dat met de nadering van het onweêr toeneemt en veel overeenkomst heeft met het geluid eener hagelbui op de ruiten. Zoodra het onweêr losberst en de electriciteit der lucht zich door een bliksemstraal ontlaadt, hoort men in den telephoon een geraas als van een zwaren neêrvallenden steen. Ook atmospherische storingen en plotselinge verwisseling van temperatuur worden door een geluid als dat van een vogel aangekondigd.
DE CHROMIS PATER-FAMILIAS.
Tot het doen van deze waarnemingen is het niet noodig, dat de telephoonlijn eene groote lengte heeft; het is voldoende, wanneer de beide draden op een afstand van ongeveer zeven meter met de aarde in aanraking komen.
Een kopje geurige thee te zetten. - Dit is lang zulk een kleinigheid niet als menigeen wel denken zou, en er behoort wezenlijk een fijne tact toe om zóó thee te zetten, dat er niets van het aroma en het eigenaardig genot verloren gaat. Wie geurige thee wil drinken houde zich streng aan het volgende recept:
Neem een schoonen ketel, vul dien met versch water, hoe harder hoe beter (dus geen regenwater), breng dat op een goed vuur snel aan het koken, schenk dan op, zoodra het water kookt en laat de thee gedurende vier of vijf minuten staan trekken.
Is de thee niet sterk genoeg, of wordt er meer thee verlangd, dan moet men geen nieuwe theeblaêren bij den reeds bereiden drank werpen, daar men zoodoende bijna alles verspilt. Slappe thee kan de theïne uit versche theeblaêren niet oplossen; dat kan alleen door versch water geschieden. Het bijvoegen van thee in den bijna ledigen theepot zal de kleur van den drank wel donkerder maken, maar de thee zelve zal er niet sterker door worden. Wil men in zulk een geval van de reeds gezette thee gebruik maken, dan schenkt men die eerst uit den pot, zet dan geheel versche thee en voegt nu de straks afgeschonkene er bij.
Vleesch voor bederf te bewaren. - Met de warme zomerdagen doet zich weêr het ongerief voor dat vleeschspijzen spoedig bederven en voor huismoeders, vooral in plaatsen waar men slechts een paar malen per week versch vleesch bekomen kan, is het dus van belang een eenvoudig middel te kennen, waardoor het vleesch voor verderf bewaard kan worden. Als zoodanig geeft een duitsch blad den volgenden raad:
Men neme eene kleine hoeveelheid ijzervijlsel, giete daarop zuiver, gekookt water en legge het versche vleesch er zoodanig in, dat het geheel door het water bedekt wordt. Om den toegang der lucht af te snijden giet men er vervolgens een dun laagje olie over, en men zal bevinden dat het aldus geconserveerde vleesch, zelfs na verloop van zeven weken, in kleur, reuk en smaak volkomen aan pas geslacht vleesch gelijk zal zijn en nog eene onberispelijke jus levert.
Wil men het onder water bewaarde vleesch er uit nemen, dan houdt men den pot een weinig schuins, zoodat de olie er gemakkelijk tot op den laatsten druppel afloopt..
Melk te conserveeren. - In de warme zomerdagen klagen onze huismoeders niet zelden over het stremmen of zuur worden der melk, en vooral op plaatsen, waar niet altijd versche melk te krijgen is, veroorzaakt dit groot ongerief. Het gewone middel, tegen het bederven der melk aangewend, bestaat in ze te koken; maar daardoor krijgt ze een eigenaardigen smaak, die velen niet bevalt, en daarenboven helpt het middel slechts voor korten tijd.
De Landbouwcourant doet daarom een ander aan de hand; het bestaat hierin dat men de melk in eene goed gezuiverde, onmiddellijk vooraf met heet water uitgespoelde flesch giet, die volkomen gevuld en met een nieuwe, flink gezwollen vaste kurk gesloten moet worden. De flesch met melk moet daarop gedurende twee uren in een pot met warm water geplaatst worden, die niet boven de 55 en niet beneden de 50 graden Celsius wezen mag. Heeft men deze voorzorgen, stipt volgens het recept, genomen, dan kan men zeker zijn, dat de melk ook in de warmste zomerdagen verscheidene dagen goed blijft, zonder in het minst iets van haar smaak te verliezen.
Soep en bouillon. - Tot nog toe beschouwde men soep en bouillon als bij uitstek voedend. De duitsche professor Virchow is echter van een ander gevoelen, en al was het maar om de curiositeit, denken wij het van belang zijne meening over die beide artikelen onzer spijskaart hier mede te deelen. Volgens hem is vleeschnat noch voedzaam noch substantieel, en wanneer al het vleesch, dat men gebruikt, werd gekookt om er soep van te maken, zou dat vleesch voor het grootste gedeelte onverteerbaar worden en door geen soep te vervangen zijn. Vleeschnat, zegt hij, is eene weelde, die alleen welgestelden zich kunnen veroorloven; lieden, die de tering naar de nering moeten zetten, doen beter er zich van te onthouden, omdat zij in koffie iets dergelijks hebben. Soep is goed voor rijke lieden, die er vastere spijzen bij kunnen gebruiken, maar niet geschikt voor arme menschen, die er uitsluitend hun maal mede zouden doen. Ook voor zieken is soep soms noodzakelijk.
Gewoon vleeschnat of bouillon in zijne zuivere gedaante is niets meer dan hoogstens eene saus, die alleen dit boven andere sausen voor heeft, dat ze geen vergiftige bestanddeelen bevat, en onvergelijkelijk veel zachter is, waarom ze gerust aan zwakke lieden toegediend kan worden. Oorspronkelijk toch is bouillon volgens professor Virchow slechts eene zeer dunne, waterachtige oplossing, gedeeltelijk van substantiën, die voor de voeding weinig waarde hebben en gedeeltelijk van de prikkelende aromatische deelen van het vleesch. Warm gebruikt heeft hij ongeveer dezelfde waarde als koffie of thee, maar is minder dan wijn, jenever of bier; hij prikkelt de zenuwen slechts. Eerst door bijvoeging van eieren, meel, vet en andere dingen verkrijgt hij misschien iets voedzaams en verhittends, en bouillon kan dan ook geschikt met voedzame bestanddeelen verbonden worden.
Behoudens allen eerbied voor professor Virchow, meenen wij den lezer te moeten aanraden zijne woorden niet al te letterlijk op te vatten. Bouillon is volgens hem minder dan jenever, maar het kan toch zeker niet wenschelijk zijn, dat alle bouillon, die thans gebruikt wordt, door jenever wordt vervangen.