Een slotwoord aan onze lezers.
Wanneer wij bij het eindigen van dezen jaargang het geheel nog eens overzien, kunnen we niet van ons verkrijgen naar den nieuwen jaargang over te stappen zonder een enkel woordje tot onze lezers te spreken. Op de eerste plaats dan zij dit woord een woord van dank voor de belangstelling, welke wij gedurende dit jaar weêr mochten ondervinden, eene belangstelling zoowel blijkbaar aan het winnen van een aantal nieuwe abonnenten als aan de vele schriftelijke betuigingen van sympathie die ons gewerden.
Beiden stellen wij op hoogen prijs. Wanneer men toch dag in dag uit zich inspant om zijne lezers in de verwachtingen, die zij hebben, te bevredigen; wanneer men onverpoosd bezig is met het opsporen van onderwerpen, welke den lezers aangenaam zullen zijn, dan is een woordje van sympathie hoogst welgevallig; want daaruit blijkt dat de zorgen en moeiten, aan het tijdschrift besteed, gewaardeerd worden, en niemand zal het ons euvel duiden, dat we omtrent dit punt de menschelijke natuur niet hebben afgelegd en met groote ingenomenheid daarvan thans melding maken. Nogmaals dus onzen hartelijken dank aan allen, die onze taak door bewijzen van belangstelling zoo aangenaam gemaakt hebben.
Op de tweede plaats zien we met een gevoel van tevredenheid terug op de uitvoering van het programma, dat wij bij het begin van den jaargang hadden beloofd te volgen. De Belgische Illustratie moest een meer eigenaardig karakter hebben, was de wensch van velen bij het openen van dezen jaargang, en wij hebben getracht daaraan te gemoet te komen. Ook de geïllustreerde geschiedenis van den dag, weIke zoo zeer in een geïllustreerd tijdschrift thuis behoort, vergaten wij niet, en de voornaamste europeesche gebeurtenissen, welke onzen lezers belang kunnen inboezemen, hebben in de Belgische Illustratie eene plaats gevonden.
Voegen wij daar nog bij, dat de portretten van die personen, wier namen op dat oogenblik veel genoemd werden, niet ontbreken; dat de beste nederlandsche novellisten ons de producten van hun geest afstonden; dat we voor de hoogtijden van Paschen en Kersmis extra nommers gaven, dan gelooven we te mogen zeggen ook dit jaar op de hoogte onzer taak gebleven te zijn.
Dit alles geeft ons moed om den volgenden jaargang met nieuwen iever te beginnen, en zooveel mogelijk onze werkzaamheid uit te breiden. De plannen daartoe liggen reeds gereed, en wij twijfelen er niet aan of zij zullen algemeenen bijval vinden; maar deze bloot te leggen behoort tot den werkkring van het nieuwe jaar, en daarom verwijzen we onze belangstellende lezers naar het prospectus van den nieuwen jaargang.
Wij mogen nog zeggen dat de Belgische Illustratie een voortreffelijk huisboek is, en men het als eene eer mag aanzien voor Vlaamsch-België, dat boek in iederen huiskring gebracht te hebben: de inteekening op den nieuwen jaargang zij dus, bij allen die een warm hart hebben voor taal en vaderland, ten sterkste aanbevolen.
En zoo scheiden wij dan tot den volgenden jaargang, echter niet lang; want No 52 van den 13en jaargang reikt No 1 van den 14en jaargang de hand, en daar hopen wij elkaar weer opnieuw te ontmoeten en menig nuttig, aangenaam en gezellig uurtje met elkaar te slijten.
De Redactie.