De koning en de koningin van Griekenland.
De gebeurtenissen der laatste jaren hebben geheel Europa den oogslag doen vestigen op Griekenland, als op den bodem, waar zich waarschijnlijk binnenkort het onweder zal moeten ontladen, dat bestemd is den diplomatieken atmosfeer in Europa te zuiveren. Griekenland zelf ziet reikhalzend het beslissend oogenblik tegemoet, waarop het den ouden, zieken Turk de laatste provinciën, waarop het aanspraak meent te mogen maken, ontwringen kan. Gelukkig echter blijft die oorlogzuchtige gezindheid voornamelijk tot den klassieken bodem van Leonidas en Miltiades beperkt, en ziet Europa tamelijk onverschillig de krijgstoerustingen van het pretentieuze landje aan. In scherpe tegenstelling met de sympathie, die de voor hunne onafhankelijkheid strijdende Grieken in het begin dezer eeuw mochten vinden, toen zich door geheel Europa vereenigingen van Philhellenen (Griekenliefhebbers) vestigden, toen de Geneefsche bankier Eynard zijne geheele fortuin aan hunne zaak wijdde, en de dichter Byron, die den Bosporus overzwom, voor de onafhankelijkheid der Grieken zijn jeugdig leven opofferde, in tegenstelling met die geestdrift, houden de mogendheden, die Griekenland toen een onafhankelijk souverein bezorgden, het thans met diplomatieke nota's op sleeptouw.
Interventie in eens andermans zaken is heel pleizierig, wanneer er persoonlijk voordeel meê te behalen is, of wanneer men er althans eer bij inlegt; maar waar noch op het een noch op het ander kans bestaat, houdt men er zich liefst buiten, vooral wanneer men daarenboven nog gevaar loopt het hoofd in een wespennest te steken.
De mogendheden nu hebben weinig eer gehad van hun werk, toen zij orde stelden op Griekenlands zaken; het land toch toonde zich in 't geheel niet in staat op eigen beenen te staan; in den korten tijd zijner onafhankelijkheid is het reeds aan zijne tweede dynastie, en de tegenwoordige koning dankt zijne kroon aan eene omwenteling.
Koning George I, die, ofschoon van deensche afkomst, eene even groote toekomst droomt voor zijn land, als elke geboren Griek, telt thans zes en dertig jaar, waarvan hij er reeds achttien geregeerd heeft. Bij zijne troonsbestijging bracht hij zijn nieuw vaderland, als gift ter blijde inkomste, de ionische eilanden aan, en sedert heeft hij steeds naar nieuwe veroveringen, of liever naar nieuwe restitutiën getracht. Bij den opstand van Candia tegen Turkije schrikte hij niet voor een oorlog met de Porte terug, om te pogen het eiland weer aan Griekenland te verbinden; doch de mogendheden lieten hem in den steek en hij moest het hoofd in den schoot leggen. Evenzoo beproefde hij bij den laatsten Russsisch-Turkschen oorlog, toen de zieke man van alle zijden besprongen werd, Epirus en Thessalië te vermeesteren; maar ook hier beletten hem de mogendheden zijne eerzuchtige plannen ten uitvoer te brengen.
George I is de tweede zoon van Christiaan IX, koning van Denemarken. Hij heeft in 1867 de grootvorstin Olga, dochter van den russischen grootvorst Constantijn en nicht van keizer Alexander Il getrouwd, die hem drie zonen en drie dochters geschonken heeft.
De koningin van Griekenland deelt ten volle de eerzuchtige plannen van haar echtgenoot, en terwijl deze op eene reis door Europa de verschillende gekroonde hoofden en diplomaten voor zijne belangen trachtte te winnen, waarbij hij vooral door Gambetta welwillend ontvangen werd, spande zij de zelfde pogingen in het werk bij de leden harer machtige familie. En toonde zij zich in dezen eene Griekin in haar hart, uit het oogpunt van vrouwelijke schoonheid moet zij een tweede Helena zijn; 't is intusschen te wenschen dat zij niet de aanleiding moge worden tot een tweeden Trojaanschen oorlog.