De Belgische Illustratie. Jaargang 13

[p. 113]

[Nummer 15]

Nieuwjaar.

‘'k Wensch u al wat wenschlijk is!’

Dat is m' afgewonnen,

Blonde kopjes, jong en frisch,
Stralend uit de vensternis

Als drie lentezonnen!

Onbekend met wee! en ach!

Van een droef Verleden,

Hebt gij op den Nieuwjaarsdag
Met den blijdsten kinderlach

Heil mij toegebeden.

Och, de jaren die ik tel

(En zij zijn reeds velen)

Toonen mij maar al te wel,
Welk verijdlend kinderspel

Zij met wenschen spelen.

't Nieuwjaar lacht u toe, gij ziet

Niets dan lenterozen -

En uw onschuld merkt het niet
Wat er door die bloemen schiet....

Adders van de boozen.

Maar wat leed het Nieuwe baar',

Leed als ooit ons griefde, -

't Valt den Christen niet te zwaar.
Mits hij jong en frisch bewaar'

Hoop, Geloof en Liefde.

B. van Meurs.

k wensch u al wat wenschlijk is