Landbouw.
Iets over weiden. II. Ik wees er in een vorig nummer reeds op, toen ik over hetzelfde onder werp sprak, dat het gewoonlijk een teeken is eener slechte behandeling als men een weiland ‘scheuren’ moet. Eene goede weide behoeft nooit voor een tijdlang als bouwland gebruikt te worden met het oog om ze hierdoor te verbeteren. Maar zal een weiland goed heeten en goed blijven, dan moet het goed onderhouden worden en in het voor- of najaar terug ontvan-
het eerste lokomotief.
gen, wat het vee er gedurende den vorigen zomer aan onttrok. De verstandige landbouwer zorgt er dus steeds voor dat hij in november of maart genoeg mist voorhanden heeft om zijn weiland van mist te voorzien. Hij verzamelt gedurende den zomer allerlei stoffen om den groei van het gras te bevorderen, als zijn vee in den herfst stalwaarts is gekeerd of den stal in de lente nog niet heeft verlaten. Heeft hij eene hooge en drooge weide, waar, door overstroomingen in den winter, geen water komen kan, dan bemist hij deze in november of december; bezit hij daarentegen een laag en nat weiland, dat dikwijls van het overtollige water te lijden heeft dan wacht hij met de bemisting er van tot in maart. Ik zei dat de verstandige landbouwer als mist voor zijne weiden allerlei stoffen gebruikt. 't Zal denkelijk noodig wezen dat ik eene nadere omschrijving van die stoffen geef en dit te meer, daar nog veel landbouwers in de meening schijnen te verkeeren dat enkel stalmist als bemisting voor weilanden in aanmerking komen mag. Wanneer dus de nadenkende boer in den zomer de slooten tusschen zijne weiden moet opgraven om zijn vee in zijn eigendom te houden, dan verzamelt hij alle waterplanten en kruiden, welke in die slooten groeien en brengt die op een hoop bijeen. Hierbij voegt hij den uitgegraven bagger en modder benevens alle stalmist, welke hij, zonder dat hij zijn bouwland benadeelt natuurlijk, te missen heeft. Bij dit mengsel brengt hij vervolgens alles wat maar eenigszins eene mistende waarde hebben kan: hout-, turf- en steenkoolasch, onkruiden van akker en tuin, bloed, roet, vet, kalk, kaf, kippen- en duivenmist, overblijfselen van doode dieren, afval uit de huishouding, enz., enz. Van tijd tot tijd, bijv. om de maand, wordt hei mengsel goed omgezet en met zoo genaamd stalkwater of aalt overgoten om de ontbinding der stoffen te bespoedigen en de vruchtbaarheid van den hoop te verhoogen. Ook urine en vloeibare beer zijn bij uitnemendheid geschikt om de rotting te bevorderen en de waarde van het mengsel voor het weiland hooger te stellen. In den weidetijd gaat de boer, die eenige kennis van de grassen en hunne meerdere of mindere voedingswaarde heeft, dikwijls na welke nuttige kruiden en grassoorten op zijne weide niet voorkomen. Heeft hij dit gedurende den groeitijd der planten goed waargenomen en hiervan aanteekening gehouden, dan koopt hij de zaden der ontbrekende grassen en kruiden aan om ze, vóór dat hij zijne weiden met de verzamelde stoffen bemist, over de wei landen te zaaien. Op deze wijze behandela, behoeft een weiland nooit gescheurd te worden, wijl het nooit zijne vruchtbaarheid verliest. In een volgend nummer zeg ik iets over de behandeling van weiden, welke men gedwongen is te scheuren.