Nuttige wenken en opmerkingen over land- en tuinbouw.
Bloementeelt.
Tulpen. Deze prachtige bolgewassen worden bij voorkeur in de hovingen op de bloemperken geplaatst van het midden van october tot het begin van november. Eenige regelen over de planting en verdere behandeling van hoftulpen zullen daarom thans hier op hare plaats zijn.
Wilt ge van het midden der maand april tot omstreeks het midden van de maand mei een bloemperk bezitten, welks prachtiedereen, zelfs den niet-liefhebber van bloemen in verrukking brengt, koop dan nu bij een bloem bollenk weeker of handelaar in die bollen een paar honderd hoftulpen. Wanneer men de bollen ontvangen heeft voorziet men het perk, waarop men de tulpen in bloei wil zien, goed van oud mest; goed verteerde rundermest is voor deze bloemen het beste. Het liefste groeien zij ook in lossen en zandigen hofgrond en houden veel van eene opene, zonnige standplaats. Vóór men de bollen op het perk plaatst, is het nuttig het bruine omkleedsel, dat elken bol omsluit, aan het boven- en ondereinde weg te doen, opdat deze taaie en leêrachtige huid het wortelschieten en uitloopen niet beletten zou. Men trekt nu op het perk evenwijdige kringen en plaatst hierin de bollen in gaatjes van 4 cM. diepte op een onderlingen afstand van 6 cM. Tweehonderd bollen zijn dan voldoende voor een rond perk van 2½ M. middellijn. Na de planting maakt men de gaatjes met aarde dicht en laat men het perk verder gedurende de wintermaanden aan zijn lot over. Wel raden sommigen aan tulpenperken, zoodra de vorst begint, met stroo of bladeren te dekken, maar ik vind dit werk geheel onnoodig. In den strengen winter toch van het vorige jaar lag op mijne perken, met talrijke variëteiten van hoftulpen beplant, niet de minste bedekking en toch bloeiden ze in dit voorjaar met groote pracht.
Misschien merkt iemand der lezers mij op, dat de bloeitijd der hoftulpen te kort duurt in vergelijking van den tijd, welken zij voor hare ontwikkeling behoeven. 't Is waar: de hoftulpen bloeien niet lang, maar hier staat tegenover, dat zij de perken slechts dan in beslag nemen, als de natuur nog doodsch is of weêr pas teekenen van leven begint te geven, terwijl men wèl in het oog moet houden, dat de moeiten, welke men zich voor een tulpenperk moet getroosten, zeer gering zijn en niet minder, dat een bloemperk met bloeiende tulpen in sierlijkheid en pracht door geen ander perk met bloemen wordt geëvenaard, veel minder overtroffen. Ook de prijzen der tulpenbollen zijn in onzen tijd niet te hoog in vergelijking van het pleizier, dat zij in de lentemaanden aanbieden.