Merkwaardigheden op het gebied van wetenschap, nijverheid en kunst.
INHOUD: - Een gemakkelijk middel om vijlen te scherpen. - De stylographische pen. - Een nieuw veiligheidstoestel in kolenmijnen. - De electrische smeltoven.
Meermalen zagen wij in de smederij oude vijlen op zeer omslachtige en tijdroovende wijze aanscherpen. Er bestaat echter een middel om dit in korten tijd en bijna zonder moeite te doen. Het volgende middel wordt daartoe aanbevolen:
Men maakt de vijlen door middel van een borstel met een weinig warm water en potassche schoon, spoelt en droogt ze af en dompelt ze in sterkwater. De indompeling duurt slechts een oogenblik, waarna men met een op een stuk hout uitgespannen linnen doek het zuur van de oppervlakten der vijlen afveegt; het is duidelijk, dat het zuur 't welk zich tusschen de groeven der vijl bevindt niet tevens verwijderd is, zoodat dit het staal tot op zekere diepte wegbijt. Na verloop van twee uren maakt men de vijl met water en een borstel schoon. Is het werktuig nog niet scherp genoeg, dan begint men nogmaals dezelfde operatie.
De tijd der veeren pennen is lang voorbij; zelfs de hardnekkigste voorstanders er van moesten haar ten slotte, zij het ook met een zucht, uit de hand leggen en tot hare zegevierende mededingster, de stalen pen, hun toevlucht nemen. Men moet wel een versteende oudheidsman zijn om nòg te zweren bij de veeren pen, die maar al te dikwijls de schoolmeesters van voor dertig jaren en alle pennenvermakende lieden tot wanhoop bracht. In onze eeuw van stoom en machinerieën moest de machinale pen wel de eindelijke zegepraal wegdragen.
Was het nu echter gedaan met het ‘vermaken’ der pennen (s.v.p. niet het meervoud van het substantief vermaak), het niet minder hinderlijke ‘soppen’ kon men, ook met de beste stalen pen, niet ontgaan, - het soppen met al wat er verder het gevolg van is: inktvlakken, zwarte vingers, enz. Wel had men het potlood, maar het potloodschrift is niet bestendig genoeg; en de stylograaf was nog niet bekend.
De stylograaf of stylographische pen, niet oneigenaardig het inkt-potlood genoemd, is eene uitvinding van den laatsten tijd en wel van den Engelschman Mac-Kinnon. Ze vereenigt de voordeelen van de pen en het potlood, zonder dat degene, die er zich van bedient, er de nadeelen van ondervindt; ze wordt gebruikt als een potlood en doet de dienst van eene pen, - een gewichtig voordeel gewis.
De stylographische pen, waarvan wij hiernevens eene afbeelding geven, heeft op het oog veel overeenkomst met de soort buisjes-potlooden, welke men in- en uitschroeft; ze kan gemakkelijk uit elkander genomen en door middel van een klein glazen spuitje met inkt (gewone of copiëerinkt) gevuld worden. De punt waarmeê geschreven moet worden, loopt conisch toe en eindigt in een vergulde buis, die er zeer sierlijk uitziet en aan het uiteinde van een stukje spiegelglad geslepen iridium voorzien is. In het buisje van iridium is eene nieuwe opening gemaakt, waardoor de inkt bij de minste drukking op het papier vloeit, terwijl het toestel zóó ingericht is, dat de toevloeiing van inkt onmiddellijk dellijk ophoudt, zoodra de drukking van de hand heeft opgehouden. Men kan de stylograaf uren lang met de punt naar beneden houden zonder dat er een enkele druppel inkt uitvalt; zoodra de punt het papier raakt vloeit de inkt onmiddellijk toe.
Op onze afbeelding is E het sluitstuk, dat afgeschroefd kan worden, CD de stift, welke met inkt gevuld wordt, en B het sluitstuk, dat de naald A bedekt, welke laatste een weinig buiten het sluitstuk uitsteekt en waarmeê men als met de gewone stalen pen schrijft.
De nieuwe soort pen biedt vele voordeelen aan: eenmaal gevuld (en die vulling geschiedt in een oogwenk) kan men er honderden regels meê schrijven, terwijl men ze, geheel of half gevuld, bewaren en in den zak steken kan, om er zonder eenige voorbereiding, op een gegeven oogenblik weêr opnieuw meê te schrijven; voor inktvlakken bestaat niet het minste gevaar, terwijl de pen, mits ze behoorlijk onderhouden en gereinigd wordt, nooit weigert, onverslijtbaar is en niet kan roesten. Onnoodig er op te wijzen dat de stylograaf voor velen een groot gemak oplevert, zoo als voor reizigers, geneesheeren, ingenieurs, enz. In België hebben wij die pen nog niet gezien, doch zij zal weldra algemeen worden, ofschoon de prijs tamelijk hoog is: In Nederland verkoopt men ze van 17 tot 20 fr. zonder goudmontuur.
Met het najaar en de koude Octoberdagen komen langzamerhand weêr de kachels en vuurhaarden voor den dag. Bij het verkwikkend kolenvuur gezeten, denken wij er niet aan hoevele gevaren de mijnwerker moet trotseeren om de kostbare brandstof uit den schoot der aarde op te delven. En toch gaat geen jaar voorbij, dat geene ontzettende mijnrampen gemeld worden, waarbij soms honderden mijnwerkers, diep beneden de oppervlakte van den bodem, door het gevreesde grauwvuur verrast of door geweldige instortingen van de buitenwereld afgesloten, plotseling aan hun einde komen of, erger nog, den langzamen hongerdood sterven. Nog de vorige maand kwamen door een enkele ontploffing in de kolenmijn van Seaham in Engeland niet minder dan 160 ongelukkigen door verstikking of verbranding ellendig om. De ontplofbare gassen, die zich elk oogenblik en dikwijls eensklaps in de kolenmijn kunnen ophoopen, zijn dan ook de grootste vijanden van den mijnwerker en brengen diens leven voortdurend in gevaar. Elke nieuwe uitvinding of toepassing, welke strekken kan om die gevreesde gevaren van het hoofd der mijnwerkers af te wenden, wordt dan ook met vreugde begroet, en, zij het slechts uit meêgevoel, niet door hen alleen, die er rechtstreeks baat of hulp bij vinden.
De nieuwste uitvinding op dit gebied en welke er in de toekomst wellicht veel toe kan bijbrengen, om het aantal en de uitgestrektheid der mijnrampen te verminderen, is die van een Schotschen mijn-ingenieur, Wilson geheeten, die een eenvoudig doch zeer geestig toestel bedacht heeft, om de tegenwoordigheid van ontplofbaar gas in de mijnen aan te kondigen. Het toestel is gegrond op het feit, dat het soortelijk gewicht dier gassen minder bedraagt dan dat der dampkringslucht. Het bestaat uit een ongelijkarmigen hefboom, aan welks langsten arm een ballon met