De Belgische Illustratie. Jaargang 11
(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 370]
| |
eene kleine stad met eene bevolking van ongeveer 4000 zielen. Het stedeke heeft eene zekere vermaardheid doordien het jaarlijks door vele pelgrims bezocht wordt, die, in vrome gedachtenis aan de gelukzalige Margaretha Maria Alacoque, de plaats willen betreden waar deze uitverkoren maagd haar leven sleet en hare verschijningen van den Zaligmaker had. Margaretha Alacoque, die in 1645 geboren werd en in 1690 stierf, was van af haar zestiende jaar zuster in het klooster van Maria Bezoeking, dat zich nabij de kerk verheft waarvan wij hier eene afbeelding geven. Deze kerk is van hooge oudheid. Een gedeelte er van, namelijk het portaal en de twee vierkante torens aan weêrszijden, welke men op de gravure aan den rechterkant bemerkt, dagteekent van het begin der elfde eeuw. Dat gedeelte heeft men behouden van de eerste kerk van Paray-le-Monial, - welke door graaf Hugo, bisschop van Auxerre, gesticht is en in 1004 door hem werd ingewijd, - toen zij twee eeuwen later door de tegenwoordige vervangen werd. Het gebouw is niet voltooid: er ontbreken nog twee bovengaanderijen aan; de uitstekende steenen, welke van buiten zichtbaar zijn, duiden genoegzaam aan, dat men het plan heeft gehad, ze er later aan te brengen, alsook een gevel te bouwen, die meer in overeenstemming is met het nieuwe gedeelte. De kerk is 50 meters lang; in het kruis is zij 40 en in het schip 23.6 meters breed, terwijl de hoogte van den koepel 28 meters bedraagt. Op verzoek van Mgr. Perraud, bisschop van Autun, is dit overoud gebouw in 1875 door paus Pius IX tot kleine basiliek verheven, waarbij Z.H. den feestdag van het H. Hart van Jesus als haar patroonfeest heeft vastgesteld. Op den 2en juni van dat jaar werd zij als zoodanig door genoemden bisschop ingewijd, welke luisterrijke plechtigheid Z. Em. de kardinaal Guibert met zijne tegenwoordigheid vereerde. Wij merken nog op, dat Paray-le-Monial door zijne gezonde en schilderachtige ligging - het verheft zich in een bekoorlijk dal, omzoomd door groenende heuvels en besproeid door frissche kleine rivieren - een aangename verblijfplaats aanbiedt. De naam geeft te kennen, dat het stadje zijn ontstaan en opkomst te danken heeft aan een klooster en aan dat vaderlijk bestuur waarvan men in de middeleeuwen zegde: ‘Het is goed leven onder den kromstaf.’ |
|