Daar gaat op eens een raam open, eene stem roept haar bij haar naam en een oogenblik later schiet een zwierig gekleede jonge vrouw op haar toe.
‘Wel, kent gij mij niet meer, Marie?’ zegt zij; ‘zijt gij uw vriendin Rosa vergeten, die vóór een jaar het dorp verlaten heeft?’
Marie treedt een stap achteruit; zij stamelt eene vraag, waarop de andere haar het antwoord in 't oor fluistert. En vervolgens hangt zij een lachend tafereel op van haar leven, dat een aaneenschakeling schijnt van feesten en vermaken.
De woorden van Rosa verplaatsen het eenvoudige dorpsmeisje in een wereld die zij tot dusver niet wist dat bestond. Laat ons intusschen hopen dat zij haar hart niet openen zal voor de verleidende stem harer vriendin en in de stad zal blijven wat zij altijd in het dorp geweest is. Zij zal zoo 't verstandigst en in haar eigen belang handelen.