Keizer Augustus bij het graf van Alexander den Groote.
Alexander de Groote stierf, gelijk men weet, te Babylon in den zomer van het jaar 323 vóór Kristus' geboorte, en wel in den betrekkelijk jeugdigen leeftijd van twee en dertig jaren. Omtrent de oorzaak van zijn ontijdigen dood heerscht verschil van meening: sommigen beweren dat die een gevolg was van zijn buitensporige levenswijze, anderen schrijven dien toe aan den nadeeligen invloed welken de dampen der grachten, die destijds gereinigd werden, op vele inwoners der aloude stad uitoefenden. Wat hiervan zij, het mag voor zeker gehouden worden, dat het onmatig gebruik van sterken drank waaraan de machtige vorst zich overgaf, er veel toe bijgedragen heeft om hem een vroegen dood te doen vinden.
Een aantal kunstenaars, zoo beeldhouwers als schilders, hebben aan het leven van Alexander het onderwerp voor een of meer hunner werken ontleend. Volgens het portret dat Apelles van hem geleverd heeft, hebben ons Lebrun en Mignard den held van Macedonië getoond, een bezoek brengende aan het gezin van den verslagen koning Darius. Thorwaldsen heeft zijn zegevierenden intocht binnen Babylon in een prachtig bas-relief voorgesteld, dat op last van Napoleon I vervaardigd werd en thans in het kasteel van Christiansburg te vinden is.
Verleden jaar heeft de ‘Académie des Beaux-Arts’ te Parijs voor den grooten prijskamp het volgende onderwerp opgegeven: ‘Augustus deed het graf van Alexander openen en er het lijk uitnemen. Na het aandachtig beschouwd te hebben, zette hij het een kroon op 't hoofd en bewees het hulde en eer.’
Wij geven van daag het bekroonde doek weêr. Het is 't werk van den heer Schommer, die er door bewezen heeft een kunstenaar van niet weinig verdienste te zijn. Het tooneel maakt inderdaad een diepen indruk; er is iets bijzonder treffends in die tegenstelling tusschen vervlogen en bestaande grootheid. Met zeer veel juistheid is het lijk van Alexander afgebeeld, dat, op oostersche wijze begraven, na drie eeuwen nog geheel ongeschonden is en daarom ook hoegenaamd geen afkeer inboezemt, en de houding van Augustus, die het kleed oplicht, waarmede het stoffelijk overschot van den grooten veroveraar bedekt is, zou niet natuurlijker kunnen wezen. Om kort te gaan. Schommer heeft de kunstwereld met een schilderij verrijkt, die te gelijk oog, geest en hart streelt.