[Nummer 12]
Een oude jongeheer.
Oude jongeheeren zijn een afzonderlijk slag van menschen, die door het leven wandelen, beladen met een berg van zoogenaamde plichten, welke zij aan hun persoon meenen verschuldigd te zijn en die toch nergens anders hun oorsprong vinden dan in hunne allerdwaaste fantasie. Een oude jongeheer gaat steeds naar de laatste mode gekleed: hij zucht en kermt wanneer hij in zijn korset zit geregen, wanneer zijne kin zich stuk schaaft langs den grooten staanden boord, wanneer zijn zware hoed, die op de pruik, welke zijn kalen knikker dekt, staat te waggelen, als een dronken mensch, hem hoofdpijn veroorzaakt; doch is eenmaal zijn pijnlijk toilet gereed, zijn de grijze stoppels van zijn rimpelig gelaat geschoren, zijn baard, knevel, wenkbrauwen, wangen en zelfs de lippen behoorlijk geverfd, dan glimlacht hij met genoegen en gaat als een jongen dandy uit, in de overtuiging, dat hij een martelaar is in de maatschappij, welke hem tot zulk eene opoffering van zich zelven dwingt. Hij vermoedt niet, dat men weet, dat zijn gebit valsch is, dat men met hem lacht en spot, en de complimentjes welke hem gemaakt worden, neemt hij aan als een soort schadeloosstelling voor zijne moeielijke plichten.
een oude jongeheer, naar j.b. madou.
Jean Baptist Madou heeft ons zulk een jongeheer met oude beenen afgemaald, en zoo als onze lezers weten, was Madou in het weêrgeven van types zeer sterk. Zijn naam is dan ook door geheel de beschaafde wereld bekend geworden, en op de tentoonstelling en den verkoop van zijne nagelaten schilderijen, welke deze maand te Brussel plaats heeft, kan men dan ook kunstminnaars van alle nationaliteiten verwachten, dewijl verscheidene schilderijen van Madou eene waardige plaats zouden innemen op museums, naast zoovele meesters, die hun naam door het penseel vereeuwigd hebben.