[Nummer 10]
De laatste dagen van den veroordeelde.
De gravure welke wij aldus betitelen, is genomen naar een schilderij die deel heeft uitgegemaakt van de parijsche tentoonstelling, en een tooneel voorstelt dat in eene gevangenis van Hongarië speelt.
In dat land is men gewoon om drie dagen voor de terechtstelling van een ter dood veroordeelde het publiek tot zijn cel toegang te verleenen, ten einde zijne vrienden en magen de gelegenheid zouden hebben een laatst afscheid van hem te nemen.
De misdadiger is gezeten voor eene tafel die met een wit kleed overdekt is en waarop men tusschen twee kaarsen een kruisbeeld geplaatst heeft; zijne voeten zijn geketend en de kruik welke bij hem onder de tafel staat, bevat water om zijn wellicht drooge keel te laven. Eenige stappen verder ziet men een bakje waarin vrome bezoekers aalmoezen leggen in de hoop door middel daarvan de zielerust van den ter dood veroordeelde te verkrijgen of te bevorderen.
de laatste dagen van den veroordeelde, naar m. munkacsy.
De ongelukkige schijnt vreemd te zijn aan hetgeen rondom hem omgaat; de wanhoop heeft zich kennelijk van hem meester gemaakt en verhindert hem om de vele nieuwsgierige en belangstellende omstanders te bespeuren, waarvan sommige met medelijden, andere met verslagenheid op hem nederzien. Alle beter gevoel is uit zijn ziel geweken, want hij slaat zelfs geen acht op zijne met schaamte en verdriet overstelpte vrouw, noch op het lieve kindje - een pand zijner liefde - dat schroomt haar vader te naderen, wiens bevende hand straks het gewijde boek neêrwierp dat hem te vergeefs zulk een rijken schat van troost en sterkte aanbood.