De Ballon Captif der Parijsche Wereldtentoonstelling.
Wanneer men een goed denkbeeld zou willen hebben van den ballon captif, die dagelijks op het binnenplein der Tuilerieën enkele malen naar de wolken opstijgt, zou men het gevaarte moeten zien met eigen oogen en niet door den bril, welken een verslaggever het lezende publiek voorhoudt. Dit zij niet gezegd om de taak van een verslaggever in minachting te brengen, maar alleen om de onmogelijkheid aan te toonen, door woorden de verbeelding onzer lezers zoodanig te kunnen opvoeren, dat zij den ballon geen centimeter grooter of kleiner denken. Wanneer men van een monster-ei spreekt van een meter diameter, laat zich dit met de hand gemakkelijk aanwijzen en dus ook begrijpen, doch bij een ballon van 36 meters diameter is die taak geheel en al onmogelijk. En toch is 36 meters niet zulk eene verbazende lengte, zal men wellicht zeggen, en wij geven dit gaarne toe, doch meenen hierbij te moeten opmerken, dat wij over een ballon spreken. Eene kerk van 36 meters lang zou ons kin derachtig klein toeschijnen, daar zelfs de kleinste dorpskerk die lengte te boven gaat doch met een ballon is dat geheel iets anders. Een ballon van 10 meters in doorsneê en geëvenredigde hoogte mag reeds den naam van een gevaarte dragen, doch met welke woorden moet dan de ballon aangeduid worden van 36 meters in doorsneê en 55 meters hoog? Wanneer hij voor uwe oogen opstijgt, veroorzaakt hij aan zijne schaduwzijde eene eclips, waarin men niets anders ziet dan eene wolk van linnen en koordewerk, en men moet aan dat gezicht eenige malen gewend zijn om de juichende luchtpassagiers van het schuitje den groet terug te geven, dien zij bij het stijgen de aarde toeschreeuwen, want de losgelaten en toch vastgehouden ballon stijgt sneller op dan uwe verwondering duurt over die plotselinge afwisseling van het licht en het donker en het donker en het licht.
De ‘arc de triomphe du Carrousel,’ welke tot dusverre uwe bewondering trok, zoowel om zijn sierlijken bouw als om zijne hoogte, schijnt u nu een stukje speelgoed uit eene neurenburger doos toe, en zelfs het grootsche palais du Louvre heeft die uitgestrektheid niet meer, welke men er vroeger aan toeschreef. De ingenieur Giffard heeft zijn doel volkomen bereikt, als hij den Parijzenaars en den vreemdelingen, behalve het ongewone eener luchtvaart, ook het gezicht van een ongewonen ballon heeft willen schenken.
Voor liefhebbers van cijfers geven wij ten slotte eenige getallen, waaruit zij in hunne verbeelding een ballon-Giffard mogen opbouwen.
Het netwerk, waarmeê de ballon omgeven is, weegt 3000 kilogrammen en telt 52000 mazen. De ballon zelf bestaat uit een zevendubbelen ballon, vier van linnen en drie van caoutchouc, zoodanig op elkaar volgende, dat de ballons van caoutchouc tusschen twee ballons van linnen besloten liggen. Het linnen daartoe gebruikt meet 4000 meters, elke meter weegt een kilogram en kostte 14 franken. Het schuitje is 6 meters in doorsneê en kan 50 personen bergen. De ballon stijgt 600 meters op en wordt vastgehouden door een touw, dat 3000 kilogrammen weegt. De draagkracht van het gevaarte bedraagt 25.000 kilogrammen.