De Belgische Illustratie. Jaargang 10

De ‘Kursaal’ te Oostende.

Op den 23^en juni van dit jaar werd te Oostende de nieuwe ‘Kursaal’ met ongemeene plechtigheid geopend. De koning was er bij tegenwoordig, er had een zeil- en roeiwedstrijd ter zee plaats, geheel de stad vlagde en was 's avonds schitterend geïllumineerd, terwijl duizenden vreemdelingen zich bij de Oostendenaars hadden aangesloten, om met hen deel te nemen aan de feestvreugde van dezen gedenkwaardigen dag.

[p. 371]

De ‘Kursaal’ is de plaats waar de danspartijen en koncerten plaats hebben, waar men eene leeszaal en andere uitspanningsinrichtingen vindt.

Men vergete niet, dat de badplaatsen tegenwoordig meer oorden van uitspanning en vermaak zijn, dan plaatsen waar de zieke genezing voor zijne kwalen zoekt. Trouwens Huygens zeide het reeds voor meer dan twee eeuwen, waar hij op de ‘Krachtige Baden’ het puntdicht vervaardigde:

Reinier is met zijn stramme leden
Naer Akens baden toe gereden;
Daer heeft hij geld en sael en peerd
In alle vrolickheit verteert.
Siet wat de wateren vermogen:
Hij is te paerd na 't bad getogen,
En op sijn voeten weer gekeert.

Overigens is de ‘Kursaal’ van Oostende een merkwaardig gebouw, en zoo als onze gravure doet zien, grootsch opgevat en uitgevoerd; het eigenaardigste kenmerk mag wel heeten, dat het gebouw tot geen enkelen bouwstijl behoort, doch eene samenkoppeling is van alle bouwstijlen, als zijnde een rendez-vous voor alle nationaliteiten. Den bouwmeester, den heer J.J. Naert, komt allen lof toe voor de voortreffelijke opvatting en uitvoering van het plan.