De Belgische Illustratie. Jaargang 10
(1877-1878)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 277]
| |
de naja of brilslang, welke door de eerste portugeesche landverhuizers de hoedslang werd genoemd, omdat het reptiel bij een aanval de borst opblaast, waardoor het een voorkomen krijgt, alsof zijn kleine driehoekige kop onder een hoed komt uitkijken. De naam van brilslang heeft het gekregen om de donkere vlekken, waarmee zijn rug geteekend is, die samen zeer duidelijk op eene soort van liggende 8 of op een bril gelijken. Het venijn der egyptische brilslang werkt zoo hevig, dat haar beet binnen eenige uren onvermijdelijk den dood ten gevolge heeft. Alle slangen, doch vooral de brilslang, worden in Egypte als godheden vereerd. Het oud egyptisch bijgeloof zegt van de brilslang, dat haar beet zoo fijn is, dat men geen wonde kan vinden, terwijl men ook niet die hevige smarten ondervindt, welke het gewone gevolg eener vergiftiging zijn. Zoodra iemand door haar gebeten is, overvalt hem een diepe slaap, waaruit hij niet meer ontwaakt. Haar vleesch geldt als een remedie tegen alle kwalen en men beweert, dat in haar kop een kostbare steen verborgen is, waaraan men bovennatuurlijke krachten toeschrijft. De oude egyptische mythen zijn echter al zeer slechte bronnen voor de natuurlijke historie, ofschoon dit niet wegneemt, dat het beginsel waar is, namelijk het snelwerkend vergift, waarmeê de brilslangen begiftigd zijn. Het kan dan ook geen verwondering wekken, dat de slangenbezweerders in Egypte de hoogste priesters van den slangeneeredienst zijn, daar zij door hunne zoogenaamde bezweringen, hun landgenooten gewichtige diensten bewijzen. HET H. LAND EN ZIJNE MONUMENTEN. - DE KERK VAN HET H. GRAF.
Een sterke bondgenoot der Egyptenaren in hun strijd tegen de slangen is echter de ichneumon, een dier, dat het midden houdt tusschen de kat en de rat. De egyptische landbouwers hebben intusschen weinig met dien bondgenoot op, daar deze hunne velden verwoest en de eieren hunner kiekens steelt, die in dat land in volle vrijheid nestelen even als de andere vogels. Hij is echter een gezworen vijand van slangen en krokodillen, en valt deze aan, waar hij ze op zijn weg ontmoet. De oude grieksche natuuronderzoeker Herodotus vertelt van dit dier zeer zonderlinge dingen. Volgens hem zou de ichneumon in den muil der slapende krokodillen springen, zich door hun keelgat heenwerken en het hart verslinden, ten gevolge waarvan de krokodil sterft. Daarbij blijft het echter niet, want het dier staat ook bij hem aangeschroven als een verwoester van krokodilleneieren en als een moedige kampvechter tegen de grootste en vergiftigste slangen, uit welken strijd het altijd zegevierend te voorschijn komt. Dit alles is door de geschiedonderzoekers van den nieuweren tijd naar het gebied der fabels terug gebracht, en slechts dit heeft men bevestigd, dat de ichneumons werkelijk slangen vervolgen en verslinden, en in hunne aanvallen HET H. LAND EN ZIJNE MONUMENTEN. - HET GRAF DER H. MAAGD EN DE GROT VAN DEN DOODSANGST.
| |
[pagina 278]
| |
der grootste en gevaarlijkste vergiftige slangen eene ongewone behendigheid en stoutmoedigheid aan den dag leggen. Het dier leeft in het struikgewas aan de oevers van rivieren en moerassen, gewoonlijk met velen bijeen. Overdag gaat het op roof uit en vermoordt en eet alle dieren op, die onder zijn bereik komen, van den kikvorsch, den mol en de slang, tot den haas, de muis, de springmuis, de kiekens en ganzen. Wanneer een ichneumon het hol van eene brilslang ontdekt heeft, legt hij zich in de nabijheid plat op den grond en wacht op het oogenblik, dat de slang naar buiten zal komen om zich in de zonnestralen te koesteren. Zoodra dit gebeurt, springt hij op de slang toe en breekt haar met zijn scherpen beet de halswervels, eer de slang de kop kan omdraaien om van haar gift gebruik te maken, zooals men op onze gravure zien kan, welke geteekend is, door een franschen natuuronderzoeker, die van zulk een overval getuige was. |
|