Terugkeer van de universiteit.
De vrijmaking der negers in Amerika heeft reeds meer dan een schilder tot onderwerp voor een schilderij gediend, doch zelden zagen wij er zulk een vroolijk tooneel van gemaakt, als wij heden onder de oogen onzer lezers brengen. De oude heer Nikker heeft voor al zijne kinderen eene schitterende toekomst gedroomd, doch de oudste zoon moest een dokter, een professor, de hoop van het zwarte geslacht worden. Hij werd naar de universiteit gezonden en volbracht daar zijne studiën. De jongeheer Nikker heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt, dat is duidelijk te zien aan de muts, welke op één oor staat, aan het dunne wandelstokje en aan het eindje sigaar, dat hij tusschen de vingers houdt. De duim in den vestzak en zijn zegepralend gezicht volledigen het geheel. De familie staat in opgetogenheid. Van het hoofd des gezins tot de kleinste spruit, allen geven op hunne eigene wijze aan hunne uitzinnige vreugde lucht, en met bewonderende verbazing beschouwen zij den redder van zijn geslacht. Het is te begrijpen, er zal dien avond gefeest worden, doch hoe zal het in de toekomst gaan? Naar alle kansen zal de hoop van zijn geslacht door zijn geslacht moeten onderhouden worden, wil hij niet van honger omkomen, daar hij te geleerd is om anderen arbeid te verrichten, en te dom om het werk van een geleerde te doen.