zijne onverschrokken houding, een militairen opstand gedempt had, moest als Deus ex machina optreden, om de orde en rust te Nancy te herstellen. Het was een woedende strijd, die hier tusschen de opstandelingen en de handhavers van het gezag in de straten der oude hoofdstad van Lotharingen werd geleverd; meer dan drie duizend opstandelingen, verpletterd, verminkt, lagen daar neêr als offers van hun rampzalig opzet en Bouillé oogstte den dank in der Nationale Vergadering, en haalde zich den haat op den hals van het parijzer sansculottisme, dat wraak riep over de geslachte en vermoorde patriotten.
Uit deze en andere verschijnselen bleek maar al te overtuigend, dat een groote afgrond de Kamer en het gepeupel scheidde, en liet het zich gemakkelijk voorzien, dat de omwenteling nog in lange niet bij haar nader punt was aangekomen. Niemand die dit duidelijker inzag dan Mirabeau, en hij alleen was de man die dit gevaar kon bezweren, indien het bezworen kon worden. Maar de tijd werd hem niet gelaten, reeds wenkte hem de onverbiddelijke dood.
EEN OUDE GRAFTOMBE TE HANNOVER.
Het was in de laatste dagen van maart van het jaar 1791, dat hij zich aangetast voelde door eene bloedontsteking en zich nederlegde om te sterven. Gedurende zijne ziekte verdrong zich half Parijs om zijne deur, de ontsteltenis was groot; verschillende malen per dag liet men uit de Tuileriën naar den toestand van den lijder vernemen en niet zonder reden; want op Mirabeau was thans het geheele vertrouwen van het Hof gevestigd. Maar de Nemesis liet haar prooi niet los en Cabanis verklaarde, dat de dood onvermijdelijk was. ‘Ik draag den lijkzang der fransche monarchie in mijn hart; hare doode overblijfselen zullen thans de prooi der partijen worden,’ zeide hij, terwijl de dood al nader rukte. ‘Brengt men Achilles reeds ten grave?’ riep hij bij het hooren van een kanonschot. Tegen iemand, die zijn hoofd oprichtte om zijn peluw te schikken, zeide hij: ‘Ja, ondersteun dat hoofd, ik wenschte dat ik het u kon legateeren.’
Zoo stierf deze man, met een Kaïnsteeken gemerkt, geweldig nog in den dood, zooals hij in zijn leven geweest was - in leven en dood een heiden, een Alcibiades met een gekerfd gezicht en Samsonslokken, die de wereld vervuld had met zijne misdaden en roem en wiens levensavond bestemd was, om een der verschrikkelijkste gebeurtenissen in te leiden, waarvan de wereld ooit getuige is geweest. De mare van zijn dood klonk Parijs als een donderslag in de ooren, want Mirabeau was populair, zooals weinig staatslieden en volksleiders ooit zijn geweest en dit ten spijt van den hevigen tegenstand, dien hij dikwijls en vooral in den laatsten tijd aan het volk bood. Zijn dood werd beschouwd als een nationale ramp, en een besluit der Nationale Vergadering bepaalde, dat hij zou begraven worden in de kerk van Ste.-Geneviève, die onder den naam van Pantheon voor het vervolg de begraafplaats zou worden van alle groote mannen van Frankrijk, en waarin aan de opgegraven beenderen van Voltaire en Rousseau eveneens een rustplaats werd aangeboden. De begrafenis bracht geheel Parijs op de been en had plaats met een prachtvertoon, als was de overledene een bezitter van millioenen. Met Mirabeau werd de man ten grave gebracht, die de fransche monarchie misschien nog had kunnen redden.
Door den dood van dezen volksman werden de Tuileriën meer dan ooit afgezonderd; wat de verhouding van Mirabeau tegenover het hof ook geweest is, de koning en de koningin meenden op hem te kunnen rekenen en zijn heengaan beroofde hen van iederen steun in de Nationale Vergadering. De goede Lodewijk zou in moedeloosheid zijn weggezonken, wanneer hem de koningin niet opmerkzaam gemaakt had, dat hij nog ontelbare aanhangers en vrienden zoowel binnen als buiten Frankrijk bezat. Ten eerste kon hij, zooals wij reeds boven aanmerkten, op bijna alle regeeringen rekenen, die reeds bezig waren hare legers op voet van oorlog te brengen en op de conferentie, door hare gevolmachtigden te Mantua belegd, tot eene overeenkomst waren gekomen. Maar behalve deze bevriende machten had men Bouillé nog, wiens leger groot genoeg was om Frankrijk voor den koning te veroveren. Het plan tot eene vlucht, dat reeds zoo dikwijls op het tapijt gebracht was, begon thans op nieuw in de koninklijke hoofden te gisten; er werden geheime betrekkingen met Bouillé aangeknoopt en graaf Fersen, de ridderlijke gezant van Zweden, die het ongelukkige vorstelijk paar met hart en ziel was toegedaan, speelde hierbij de rol van bemiddelaar. Spoedig werd er van weerskanten een volledig plan opgezet, een plan zoo uitvoerbaar, dat het gelukt zou zijn, wanneer er geene booze macht in den vorm van onnoozele vergissingen en domme vertragingen tusschen beiden was gekomen.
Lodewijk trad te liever tot dit plan toe, omdat hij hierdoor niet verplicht zou zijn vreemde machten in het land te halen en het tegen zijn fransch gemoed streed, door een vreemd leger op nieuw op den franschen troon en in zijne oude erfelijke rechten hersteld te worden. Bouillé zou zijne standplaats nemen te Montmedy, vanwaar hij naar de zijde van Chalons posten zou vooruitschuiven, om den koning en het hofgezin op hun vlucht zoo spoedig mogelijk onder zijne hoede te kunnen nemen. Was de koning in het leger van Bouillé opgenomen, dan zou hij onmiddellijk de Nationale Vergadering voor ontbonden verklaren en met de legermacht naar Parijs oprukken, alle hem getrouw gebleven onderdanen in den lande oproepend, om zich onder zijne vanen te scharen.
Zoodanig was 't plan. Maar alvorens naar Parijs op te rukken, moest de koning eerst Parijs achter den rug hebben. Voor de uitvoering der vlucht nam graaf Ferse de zorg op zich en zeker was zij aan hem toevertrouwd; want zijn waakzaamheid en slimheid werden slechts opgewogen door zijne toewijding. Eerst moest er voor eene volledige vermomming gezorgd worden; verder voor vervoermiddelen; twee blauwe berlines, die te Parijs zoolang verborgen werden, zouden de vluchtelingen naar de legerplaats van Bouillé overbrengen. De personen, op wie men vertrouwen kon, waren reeds gekozen; de aanleg van het plan was zoo, dat het menschelijker wijze gesproken moest gelukken; de uitvoering ving aan onder de beste voorteekenen en de mislukking is slechts te wijten aan de etiquette, die men bij deze gelegenheid zelfs meende in acht te moeten nemen. Zonder deze etiquette ware de nieuwe geschiedenis van Frankrijk misschien eene geheel andere geweest. Maar vergezellen wij het hofgezin op zijne vlucht.
(Wordt vervolgd.)