Nieuwjaar.
Nieuwjaar is een dag, die door de geheele beschaafde wereld gevierd wordt; ieder land echter geeft zijn eigen karakter aan dezen feestdag en wij, Vlamingen, herdenken hem op de ons eigene gulle en hartelijke wijze. Onze familie, vrienden en kennissen wenschen wij op den eersten dag des jaars geluk, is het niet mondelings dan is het door een hartelijken brief en zelfs door een ijskoud kaartje. Het antwoord is altijd van denzelfden aard; doch alleen de gelukwensching met een stuk ‘carton’ zou men, dunkt ons, zeer goed kunnen daarlaten.
In alle huiskringen, bij meerderen en minderen, heerscht vreugde en opgeruimdheid en brompartijen zijn op dien dag - door min of meer prachtige geschenken geheiligd - verbannen. De moeder staart op een sierlijk juweel, de kinderen jubelen om printen, doozen, hansworsten, soldaten en vooral om het zoete amandelbrood, dat bij tante en grootmoeder zoo ruimschoots voorhanden is, ter belooning van de schoone brieven met roozen en gouden sieraden die de lieve kleinen met zooveel moeite geschrevea en vooral tegen inktplekken bewaard hebben.
Als iedereen zijne familie en bekenden den nieuwjaarsgroet toericht dan zeker hebben de lezers van ons blad recht op een nieuwjaarsgroet, en evenmin als verleden jaar willen wij nu in gebreke blijven hun onze hartelijkste wenschen toe te richten. Geen onder ons die Gods zegen op zijn levenspad niet noodig heeft, en moge het den een al meer voor den wind gaan dan den andere, beider lotsbestemming staat toch evenzeer onder den invloed eener hoogere tusschenkomst. Waarde lezers, mogen wij nog vele jaren onzen nieuwjaarswensch kunnen hernieuwen, elkander moed toesprekend in de moeielijkheden van 't leven en hoop voor het hiernamaals.